Milieu is een hot item. Hotter dan economie. Tenminste, als je die twee woorden googlet. Dan wint milieu het met 50 miljoen hits van economie met 40 miljoen treffers. En binnen het denken over milieu staat het begrip duurzaamheid vaak centraal. We mogen wel in de behoeften van onze eigen generatie voorzien, als we maar afblijven van de behoeften van volgende generaties. Een nobel streven. Maar zoals met alles wat het goed doet, wordt duurzaamheid van het milieu soms ook misbruikt.
We hebben een regering achter de rug die een ‘ecotax’ op vliegen vanaf Nederlandse vliegvelden introduceerde. Onderweg moesten ze wel bakzeil halen toen bleek dat die extra belasting helemaal niet ten goede kwam van de ecologie. De rapen waren gaar toen bleek dat deze onbezonnen maatregel wél ten koste ging van de Nederlandse economie. Passagiers trokken in grote horden de grenzen over om deze belasting te ontwijken. Ze gingen weg en ze bleven weg. Toen de regering in de gaten kreeg dat haar belastingmaatregel averechts werkte, werd die teruggedraaid. Maar Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens zitten intussen nog steeds met de gebakken peren. Reputaties komen te voet, maar gaan te paard.
Natuurlijk moeten er maatregelen worden genomen om onze samenleving duurzaam over te kunnen dragen aan volgende generaties. Maar waarom zouden we ons daarbij beperken tot het milieu? Hebben wij ook niet de plicht onze economie intact over te geven aan generaties die na ons komen zodat ook zij daar vruchten van kunnen plukken? Moet er eigenlijk geen sprake zijn van een dubbele duurzaamheid? Van het zoeken naar een balans tussen ecologie en economie?
Een aardig voorbeeld van zo’n streven naar dubbele duurzaamheid was het resultaat van de zogeheten Alderstafel. Bestuurders, burgergroepen, bedrijfsleven en buren hebben gekeken naar wat zowel voor de luchtvaartsector (economie) als voor de omwonenden (ecologie) acceptabel was. Met geven en nemen kwam er een unaniem advies uit. Schiphol mag verder groeien, maar niet zover als de markt vraagt. En die beperkte groei mag alleen onder voorwaarden van minder geluid. Bovendien moet het afgelopen zijn met dat rare (door de overheid bedachte) systeem van geluid berekenen achteraf, terwijl geluid gewoon live kan worden gemeten. Met een nieuw meetsysteem zou twee jaar proef kunnen worden gedraaid en aan de hand van de uitkomsten van dat experiment wordt dan een definitief besluit genomen.
Lijkt een mooie vorm van maatschappelijk verantwoord met elkaar omgaan op zoek naar gulden middenwegen, naar dubbele duurzaamheid. De Kamer wilde ook zo’n breed maatschappelijk gedragen voorstel. Maar nu het er met instemming van omwonenden ligt, vinden sommige politici dat niet ver genoeg gaan. Ze passen een salamitactiek toe: waar al plakken vluchten af zijn gesneden, moeten we er nog meer af kunnen snijden. Oude politieke spelletjes. Geen lessen geleerd. Ook voor vluchten in een routenetwerk geldt immers: ze komen te voet en gaan te paard.
Het wordt interessant om te zien hoe oude politieke spelletjes straks vallen bij de nieuwe regering die we voor de boeg hebben. En hoe die regering het begrip duurzaamheid zal invullen. Het zou mij niet verbazen als in deze tijden van economische crises de balans tussen ecologische duurzaamheid en economische duurzaamheid wat zal verschuiven. Het zal echter aan de nieuwe oppositie zijn om te zorgen dat ecologische duurzaamheid niettemin hoog op de agenda blijft staan. De uitdaging zal erin liggen om niet stukjes van de economische taart of de ecologische taart af te snijden, maar om ervoor te zorgen dat beide taarten groter kunnen worden. Dan is er pas echt sprake van dubbele duurzaamheid.
John Jansen
Member of the Board ATPI