Volgens Airbus-topman Guillaume Faury bevindt het A350F-project zich nog in de eerste bouwfase, waarin het niet ongebruikelijk is dat er in de planning iets wijzigt. Van problemen in de productiefase is geen sprake, want die moet nog beginnen. De eerste onderdelen voor de zogeheten vleugeldoos zijn onlangs gemaakt.

Het uitstel is de enige wijziging in de productieschema’s van Airbus. Hoewel zij spreekt van “hardnekkige problemen in de leveringsketen” die ook volgens anderen aanhouden tot begin 2024, zegt Airbus tegelijk dat de plannen om de productie op te voeren op schema liggen. Die van de A320neo-familie moet eind 2024 naar 65 toestellen per maand en in 2026 naar 75. Die van de A220 staat nog steeds op 14 stuks halverwege dit decennium. De A330 gaat naar 4 per maand in 2024 en de A350 naar 9 per maand eind 2025.

Problemen bij leveranciers betreffen zowel die van de motoren, maar ook van grotere vliegtuigonderdelen, interieurs en micro-elektronica. Airbus houdt de vinger nauwgezet aan de pols bij grote en kleine leveranciers om vroegtijdig te weten of en waar zich problemen voordoen, zei Faury. Waar nodig kan dan worden bijgesprongen.

Lagere winst
Airbus behaalde in het eerste kwartaal een nettowinst van 466 miljoen euro voor alle bedrijfsonderdelen samen. Dat was vorig jaar nog 1,2 miljard. Ook de omzet lag met 11,8 miljard euro iets onder de 12 miljard van het eerste kwartaal van 2022.

Bij de afdeling verkeersvliegtuigen daalde het bedrijfsresultaat van 1,1 miljard naar 580 miljoen euro. De omzet lag met 8,1 miljard euro 5 procent lager, het gevolg van minder afgeleverde vliegtuigen. Dat waren er dit eerste kwartaal 127 tegen 142 een jaar geleden. Er kwamen orders binnen voor 143 vliegtuigen tegen 83 in de eerste drie maanden van 2022.

Airbus blijft bij haar in februari aangekondigde verwachting dat het ondanks de leveringsproblemen dit jaar 720 vliegtuigen denkt af te leveren. De winst voor belastingen moet uitkomen rond 6 miljard euro.