BEIJNG - De Chinese vliegtuigbouwer Commercial Aircraft Corp of China (COMAC) heeft haar eerste ARJ21 afgeleverd aan low-cost carrier en launch customer Chengdu Airlines. COMAC wil op den duur de concurrentie aangaan met Boeing en Airbus, echter het ontbreekt aan een gedegen technische basis en historie om dit op korte termijn waar te maken.
De ARJ21heeft een capaciteit van negentig stoelen en gaat het in eerste instantie opnemen tegen Embraer en Bombardier. Het toestel heeft op dit moment toestemming van de Chinese luchtvaartautoriteiten om binnen China te mogen vliegen. Er is nog geen gebruikscertificaat uitgegeven door de Amerikaanse Federal Aviation Administration (FAA) en de Europese EASA, waardoor de uitrol naar andere landen moeilijk is.
De levering van het nieuwe Chinese verkeersvliegtuig heeft enkele jaren vertraging opgelopen. De ARJ21 vloog vijf jaar geleden al voor het eerst.
Bestuursvoorzitter Jin Zhuanglong van COMAC wijt de vertraging aan de onervarenheid van China met de ontwikkeling, bouw en certificering van verkeersvliegtuigen. "De ontwikkeling verloopt niet altijd gladjes, en het programma kan niet in een klap worden voltooid", zo verdedigde hij de vertraging. Met vier prototypes zouden inmiddels wel tweeduizend testvluchten zijn uitgevoerd.
C919
De ARJ21 is niet het enige Chinese verkeersvliegtuig dat momenteel in ontwikkeling is. De C919 moet de Chinese tegenhanger worden van de Airbus A320 en Boeing 737. Dat toestel zal waarschijnlijk pas rond 2017 in dienst worden genomen. Zowel de ARJ21 (240 orders) als de C919 (380 orders) zijn met name bedoeld voor de binnenlandse markt.
Een troost voor de Chinezen: vertragingen bij de ontwikkeling van nieuwe vliegtuigen zijn eerder regel dan uitzondering. Ook nieuwe vliegtuigen van gerenommeerde westerse fabrikanten als Airbus (A380), Boeing (787) en Bombardier (CS100) vlogen jaren later dan oorspronkelijk gepland.