Ruim voordat Rusland buurland Oekraïne binnenviel zette de regering van president Poetin binnenlandse luchtvaartmaatschappijen al onder druk om meer Russische verkeersvliegtuigen aan te schaffen Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verruilden Aeroflot en andere vervoerders massaal hun verouderde Tupolevs en Ilyushins voor toestellen van Airbus en Boeing.

Onder het regime van Poetin kwam er een tegenovergestelde beweging. Om minder afhankelijke te zijn van het Westen en de lokale vliegtuigindustrie te steunen kregen luchtvaartmaatschappijen, vaak geheel of gedeeltelijk eigendom van de Staat, de opdracht om vliegtuigen als de Sukhoi Superjet en de Irkut MS-21 aan te schaffen. Die zijn grotendeels Russisch, hoewel er voor onder andere de motoren ook Westerse partners bij de bouw werden betrokken.

Nu er vanwege de Oekraïne-crisis geen Westerse vliegtuigen of onderdelen meer mogen worden geleverd aan Rusland investeren luchtvaartmaatschappijen extra in Russische vliegtuigen. Die hebben nu overigens geen Westerse onderdelen meer.

Snelle leveringen
Volgens staatspersbureau TASS worden er in 2023, 2024 en 2025 in totaal 63 Russische vliegtuigen aan Aeroflot geleverd. Het gaat om 34 Superjets, 18 MS-21’s en 11 Tupolev Tu-214’s. De staatsmaatschappij kondigde afgelopen september aan 339 nieuwe vliegtuigen te hebben besteld: 210 MS-21’s, 89 Superjets en 40 Tu-214’s.

Door het handelsembargo zijn Russische luchtvaartmaatschappijen gedwongen om hun Westerse vliegtuigen te kannibaliseren; met onderdelen van het ene toestel kan het andere in de lucht worden gehouden. Rusland nam een flink aantal toestellen vanwege de sancties in beslag, maar Aeroflot kondigde onlangs aan enkele leasemaatschappijen schadeloos te stellen voor de diefstal.