In de jaren ‘60 kwam er een vraag voor een toestel met circa 250 stoelen dat kon worden ingezet op korte- en middellange afstanden. In 1966 werd een Europees samenwerkingsproject in gang gezet, met het Franse Sud-Aviation dat samen met het Duitse Airbus en het Britse Hawker Siddeley aan de ontwikkeling van de widebody begon. Toen het toestel meer vorm kreeg, bleek er ruimte te zijn voor 270 tot 300 stoelen. Vandaar de naam A300. De Britten stapten op een later moment uit het project.

Bij de lancering van de A300 kwam de capaciteit uiteindelijk uit op 225 passagiers, vanwege de potentiële klanten Air France en Lufthansa die geen behoefte hadden aan een toestel met 300 stoelen. Dit was voornamelijk de wens van British European Airways.

De productie van de eerste A300B1 startte in september 1969. Drie jaar later vond de eerste A300B1-vlucht plaats. In totaal zijn er maar twee toestellen van dit model gebouwd. Daarna werd al de A300B2 ontwikkeld. In de jaren daaropvolgend werden nieuwere modellen ontwikkeld, totdat Airbus bij de A300B10 aankwam. Deze kreeg de naam A310.

De eerste vrachtvariant, de A300-600F, startte in 1993 met vliegen. Een jaar later werd de eerste A300-600ST Beluga gebouwd.

In totaal heeft Airbus 821 toestellen uit de A300-familie geproduceerd. Op dit moment vliegen er nog steeds meer dan 250 A300/A310-toestellen over de wereld. Driekwart van de toestellen dienen als freighters.

De A300 is later doorontwikkeld tot de Airbus A330 en A340, en heeft er daarom grote uiterlijke gelijkenissen mee. De A330 is nog altijd veruit het meest succesvolle widebodyvliegtuig dat Airbus ooit gebouwd heeft.