AMSTERDAM - De rechtbank in Den Haag buigt zich op 18 november over de vraag of de Nederlandse overheid strengere klimaateisen moet verbinden aan de beloofde steun aan KLM. Volgens Greenpeace, dat de zaak aanspande, zijn de voorwaarden nu zo zacht als boter.
De luchtvaartsector bevindt zich in een penibele situatie. Door de coronacrisis is het aantal passagiers gedecimeerd, waardoor het geld er doorheen vliegt. Wereldluchtvaartorganisatie IATA trok dinsdag nog aan de bel om overheden op te roepen met extra financiële middelen klaar te staan om de sector door de crisis heen te helpen.
KLM diende vorige week een reorganisatieplan in bij de overheid, als voorwaarde voor de leningen en garantstellingen ter waarde van 3,4 miljard euro. Als onderdeel van de herstructurering moeten er duizenden banen verdwijnen. Ook moet het bedrijf nog meer werk van duurzaamheid maken dan nu al het geval is.
Greenpeace vindt dat de klimaatdoelstellingen “voor de bühne” zijn en stelt dat de overheidshulp in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, en vindt dat de overheid haar burgers moet beschermen tegen milieuvervuiling en klimaatverandering.
“KLM is niet zo groen als ze zich voordoet. De overheid laat het toe dat KLM op de huidige voet doorgaat met vervuilen, waar het andere bedrijven verplicht de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Het is onacceptabel dat er voor zo’n grote vervuiler een uitzondering wordt gemaakt. Dat moeten we zo snel mogelijk stoppen met dit kort geding; klimaatvoorwaarden zijn onmisbaar”, aldus Dewi Zloch van Greenpeace.
Strengere eisen
Greenpeace eist dat de overheid een maximum aan CO2-uitstoot oplegt aan KLM. “Dat moet dan elk jaar dalen, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs, zodat de grote vervuiler elk jaar minder uitstoot. Zonder strengere maatregelen stijgt de CO2-uitstoot van de Nederlandse luchtvaart. Het aantal vluchten zal daarom flink omlaag moeten. Te beginnen met het schrappen van korte-afstandsvluchten onder de duizend kilometer. Iedere dag vertrekken er meerdere vliegtuigen naar Brussel en Parijs. Dat is onacceptabel in een tijd waarin we dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering”, aldus Zloch.”