GENÈVE - Een economische terugval betekende tientallen jaren lang automatisch dat de winstgevendheid van de luchtvaart inzakte. Volgens hoofeconoom Brian Pearce van IATA wordt nu duidelijk dat de luchtvaartindustrie sinds de laatste financiële crisis veranderd is en beter is opgewassen tegen economisch minder goede tijden. Toch moet de luchtvaart oppassen voor politieke veranderingen.
Luchtvaartmaatschappijen zijn veel efficiënter gaan werken en de capaciteit wordt beter benut. Aan boord van vliegtuigen zijn meer stoelen geïnstalleerd en airlines genereren meer inkomsten dankzij ancillary revenues, zo gaf Pearce donderdag aan in Genève.
Verschil per regio
IATA-topman Alexandre De Juniac wijst op de regionale verschillen in de financiële resultaten van airlines. Noord-Amerikaanse airlines presteren gemiddeld nog steeds aanzienlijk beter dan airlines in de rest van de wereld. “De winstmarge bedraagt ook daar slechts 8,5 procent, wat als ‘normaal’ wordt gezien door investeerders. Om te spreken over een echt gezonde industrie moet in de gehele sector sprake zijn van vergelijkbare niveaus. Er is dus nog veel werk te doen.”
Politiek
De Juniac maakt zich zorgen over de recente politieke ontwikkelingen, zoals de Brexit en de verkiezing van Donald Trump tot de nieuwe president van de Verenigde Staten. “We moeten ons zorgen maken over de huidige protectionistische retoriek die steeds populairder wordt.” De luchtvaart is daarbij volgens hem ‘business of freedom’. IATA moet daarbij overheden blijven wijzen op de voordelen die de luchtvaart biedt.