DEN HAAG - De schade die de Turkse vakantiemaatschappij Onur Air heeft opgelopen door het opgelegde vliegverbod, kan niet worden verhaald op het minsterie van Verkeer en Waterstaat (VenW). Dat laat staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van VenW vandaag (26 juni) in een verklaring weten. De bewindsvrouw wijst alle aansprakelijkheid voor de gevolgen van het vliegverbod van de hand.

Daarmee reageert ze op het ultimatum van de advocaat van de Turkse vliegmaatschappij dat op 23 juni afliep. Advocaat Vreede van Onur Air wilde dat Schultz van Haegen voor 23 juni de aansprakelijk voor de geleden schade op zich zou nemen. De staatssecretaris vindt echter dat er geen sprake is van verantwoordelijkheid bij haar ministerie. Ze geeft bovendien aan 'zich zorgen te maken over de toonzetting van het ultimatum'. In een reactie op het ultimatum vraagt Schultz van Haegen zich af of Onur Air de eerder geconstateerde problemen wel serieus neemt.

De staatssecretaris schrijft in de reactie aan Onur Air bovendien niet te willen vooruitlopen op de uitspraak in het kader van het algemene bestuursrecht. Op 15 juni kreeg de advocaat de gelegenheid om tijdens een openbare hoorzitting zijn bezwaarschrift toe te lichten. De rechter doet op 27 juli uitspraak in de kwestie.

Onur Air liet eerder weten de aansprakelijkheid van het ministerie in een rechtzaak te willen aantonen, als Schultz van Haegen die verantwoordelijkheid niet voor het aflopen van het ultimatum op zich zou nemen.