SAS heeft over het afgelopen kwartaal een hoger verlies geleden dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit heeft de Scandinavische airline donderdag bekendgemaakt. Het bedrijf heeft intussen verlate goedkeuring van de EU gekregen voor de staatssteun uit 2020.
SAS kent een gebroken boekjaar dat loopt van november tot en met oktober van het volgende kalenderjaar. In Q4 van 2022/23 bedroeg het verlies 2,11 miljard Zweedse kroon (204 miljoen euro) tegen 1,7 miljard kroon over dezelfde periode in 2021/22.
De luchtvaartmaatschappij maakt evenwel zich geen zorgen over de slechte cijfers. “Veel van de kosteneffecten uit ons herstructureringsplan zullen pas zichtbaar zijn nadat we uit Chapter 11 zijn gekomen”, zegt het bedrijf in een verklaring.
Chapter 11
Het verlieslijdende SAS vroeg medio vorig jaar Chapter 11 aan in de Verenigde Staten, de bescherming tegen faillissement die ook beschikbaar is voor buitenlandse ondernemingen.
SAS zocht daarna nieuwe investeerders en vond die. Het Amerikaanse Castlelake Investment krijgt een belang van 32 procent, gevolgd door de Deense regering met 25,8 procent en Air France-KLM: 19,9 procent en het Deense investeringsfonds Lind met 8,6 procent. De bestaande aandeelhouders - minus de Deense regering die herinvesteert - behouden de rest.
Vorige week keurde een rechtbank in New York deze investeringsronde goed.
Pandemie
Intussen was de staatssteun die SAS in 2020 tijdens de coronacrisis ontving van Denemarken en Zweden, ter waarde van 833 miljoen euro, nog steeds niet (opnieuw) goedgekeurd door Brussel. Daarmee liep de airline het risico dit te moeten terugbetalen.
In mei dit jaar had een Europese rechtbank nog bepaald dat de steun onwettig was en verwierp daarmee eerdere toestemming van de Commissie.
Maar woensdag kwam voor SAS het verlossende woord: de Europese Commissie heeft de zaak herzien en hier en daar aangepast zodat het steunpakket aan SAS nu valt binnen de regels.