BERLIJN - De Duitse regering trekt opnieuw de buidel voor de luchtvaartsector en steunt de vijftien grootste luchthavens van het land met een noodpakket ter waarde van zeshonderd miljoen euro. Daarvan is vierhonderd miljoen bestemd voor de drie luchthavens waarvan de federale regering aandeelhouder is: Berlijn Brandenburg, München en Keulen-Bonn.
De overige tweehonderd miljoen euro wordt volgens Duitse media uitgekeerd aan twaalf overige luchthavens in het land. Naast Frankfurt, de grootste luchthaven van Duitsland, gaat het om Bremen, Dresden, Düsseldorf, Erfurt, Hamburg, Hannover, Leipzig, Münster/Osnabrück, Neurenberg, Saarbrücken en Stuttgart.
De exploitanten van deze luchthavens ontvangen een eenmalige uitkering om de kosten te dekken die gepaard gingen met het openhouden van de faciliteiten tijdens de eerste fase van de coronapandemie, tussen maart en juni. De steun wordt verleend onder voorwaarde dat ook regionale regeringen de buidel trekken én dat er geen dividend of bonussen worden uitgekeerd.
Andere Duitse luchthavens - waaronder het vlak over de grens gelegen Airport Weeze, maar ook bijvoorbeeld Dortmund, Paderborn en Friedrichshafen - vallen buiten de boot. Deze luchthavens kunnen echter wel rekenen op in totaal twintig miljoen euro steun, bedoeld om beveiligingskosten te dekken. Die kosten moeten de vijftien andere luchthavens wel zelf ophoesten.
Los van steun aan de luchthavens kan de Duitse luchtverkeersleidingorganisatie DFS een bedrag van driehonderd miljoen euro aan overheidssteun tegemoet zien. Eerder hielp de Duitse regering Lufthansa uit de brand met een steunpakket van negen miljard euro. In ruil daarvoor krijgt de staat een belang van twintig procent in de grootste luchtvaartmaatschappij van het land.