DEN HAAG - De luchthaven Schiphol moet beter communiceren over gladheid op de luchthaven. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een vandaag (23 maart) verschenen rapport naar aanleiding van een incident met een Boeing 737 van easyJet in december 2003, die van de taxibaan gleed en een lichtmast raakte. Tijdens het onderzoek heeft de Raad een aantal tekortkomingen aan het licht gebracht.
Zo is er kritiek op de wijze waarop destijds op de luchthaven werd omgegaan met gladheid en het bestrijden ervan. Zo duurde het lang voordat werd begonnen met de gladheidbestrijding en werd de gesignaleerde gladheid niet onmiddellijk doorgegeven aan de verkeersleiding en aan de bemanningen.
Ook had in december 2001 de Raad voor de Transportveiligheid - de voorganger van de Onderzoeksraad voor Veiligheid - al aangedrongen op verbeteringen in de weerberichtgeving op Schiphol en de acties die op grond van weersverwachtingen moeten worden ondernomen.
De Raad, die spreek over een 'structureel veiligheidstekort', richt aanbevelingen tot alle betrokkenen bij het ongeval. De luchthaven moet gebreken in de regels en afspraken voor de gladheidbestrijding herstellen en easyJet moet erop toezien dat tekortkomingen in de samenwerking tussen de vliegers en het handelen volgens de voorschriften worden gecorrigeerd. De bemanning van de Boeing week namelijk af van de door de luchtverkeersleiding aangegeven route.
Luchtverkeersleiding Nederland wordt aanbevolen de invulling van de taak door verkeersleiders tijdens bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij gladheid, nader te bezien. De minister van Verkeer en Waterstaat wordt ten slotte aanbevolen op nationaal en internationaal niveau nadere regels te stellen met betrekking tot de operationele gesteldheid van rijbanen en platforms op luchthavens.
Volgens Schiphol is het feit dat de bemanning van de easyJet-Boeing afweek van de aangegeven route de kern van de hele zaak, maar de luchthaven heeft sinds december 2003 niet stilgezeten. “Na het incident zijn gelijk maatregelen genomen om herhaling te voorkomen”, zo meldde een woordvoerster van de luchthaven aan Luchtvaartnieuws. De luchthaven zegt dan ook nu al te voldoen aan de door de Onderzoeksraad opgestelde aanbevelingen.
Zo is er kritiek op de wijze waarop destijds op de luchthaven werd omgegaan met gladheid en het bestrijden ervan. Zo duurde het lang voordat werd begonnen met de gladheidbestrijding en werd de gesignaleerde gladheid niet onmiddellijk doorgegeven aan de verkeersleiding en aan de bemanningen.
Ook had in december 2001 de Raad voor de Transportveiligheid - de voorganger van de Onderzoeksraad voor Veiligheid - al aangedrongen op verbeteringen in de weerberichtgeving op Schiphol en de acties die op grond van weersverwachtingen moeten worden ondernomen.
De Raad, die spreek over een 'structureel veiligheidstekort', richt aanbevelingen tot alle betrokkenen bij het ongeval. De luchthaven moet gebreken in de regels en afspraken voor de gladheidbestrijding herstellen en easyJet moet erop toezien dat tekortkomingen in de samenwerking tussen de vliegers en het handelen volgens de voorschriften worden gecorrigeerd. De bemanning van de Boeing week namelijk af van de door de luchtverkeersleiding aangegeven route.
Luchtverkeersleiding Nederland wordt aanbevolen de invulling van de taak door verkeersleiders tijdens bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij gladheid, nader te bezien. De minister van Verkeer en Waterstaat wordt ten slotte aanbevolen op nationaal en internationaal niveau nadere regels te stellen met betrekking tot de operationele gesteldheid van rijbanen en platforms op luchthavens.
Volgens Schiphol is het feit dat de bemanning van de easyJet-Boeing afweek van de aangegeven route de kern van de hele zaak, maar de luchthaven heeft sinds december 2003 niet stilgezeten. “Na het incident zijn gelijk maatregelen genomen om herhaling te voorkomen”, zo meldde een woordvoerster van de luchthaven aan Luchtvaartnieuws. De luchthaven zegt dan ook nu al te voldoen aan de door de Onderzoeksraad opgestelde aanbevelingen.