SCHIPHOL - Vliegen vanaf Schiphol dreigt de komende jaren fors duurder te worden, nu de luchthaven een eerder aangekondigde tariefsverhoging definitief doorvoert. Dat plan leidde tot felle protesten van luchtvaartmaatschappijen, die de kosten moeten doorberekenen in de ticketprijs.
Aanvankelijk zouden de havengelden tussen 1 april 2022 en 31 maart 2025 cumulatief met 42 procent omhoog gaan. Luchtvaartmaatschappijen reageerden furieus, maar Schiphol is vrijwel onvermurwbaar: na gesprekken met de sector bedraagt de stijging nu 37 procent.
“We begrijpen dat een verhoging in deze tijd heel lastig is. Luchtvaartmaatschappijen en wij maken als gevolg van de coronacrisis een ongekend moeilijke periode door. We moeten alle zeilen bijzetten. Met de nieuwe tarieven verdelen we de lasten en beperken we de komende drie jaar de verrekening van gemiste inkomsten. De tarieven zijn de uitkomst van zorgvuldig overleg met de luchtvaartmaatschappijen. Daarbij houden we de balans in het oog tussen onze concurrentiepositie, verduurzaming en ieders financiële positie”, aldus financieel topman Robert Carsouw.
Schiphol liep in de periode 2020-2021 naar eigen zeggen 1,6 miljard aan inkomsten mis. En dat terwijl er flink werd geïnvesteerd in de nieuwe A-pier. Volgens de luchthaven betalen luchtvaartmaatschappijen in drie jaar tijd 318 miljoen euro en komt de rest voor rekening van de Schiphol Group, door middel van besparingen en het aantrekken van extra leningen.
KLM-topman Pieter Elbers noemde de maatregel eerder ‘disproportioneel’. “Dit is niet te dragen voor luchtvaartmaatschappijen, die het door de coronacrisis moeilijk genoeg hebben.”