SCHIPHOL - Schiphol-topman Jos Nijhuis houdt vast aan de limiet van 500.000 vliegbewegingen tot en met 2020. Dat zei hij vrijdagochtend bij de presentatie van de jaarcijfers van Schiphol. In gesprekken met de omgeving zet de luchthaven in op groei in de periode tot 2030. “Dat is veel belangrijker dan de korte periode tot 2020”, aldus Nijhuis.
Op basis van een verwachte groei van 1,5 tot 2 procent van 2020 tot 2030 houdt Nijhuis rekening met een groei tot 600.000 vliegbewegingen en tachtig tot negentig miljoen passagiers in 2030. “Die 600.000 is niet heilig, maar zal daar op basis van de verwachte groei omheen liggen.”
In de gesprekken met ‘stakeholders’ over de ontwikkeling van Schiphol in de periode na 2020 staan naast mainportontwikkeling ook hinderbeperking en kwaliteit van leefomgeving centraal. Zo moet woningbouw volgens Nijhuis niet plaatsvinden op plekken waar hinder wordt gecreëerd. Dat is nu het geval in de Haarlemmermeer, waar op korte afstand van de Polderbaan flink wordt gebouwd.
“De koers na 2020 ligt nog niet vast. Maar we moeten nu in actie komen. Het is zaak om met alle stakeholders een kader vast te stellen. Die gesprekken zijn niet bedoeld om geluidsruimte voor 2020 op te rekken. Tot dan weten we waar we aan toe zijn. Afspraak is afspraak.”
Dit jaar rekent Schiphol op een passagiersgroei van twee tot vier procent. Het nettoresultaat zal naar verwachting lager liggen dan in 2016 door de verdere verlaging van de havengelden met 7,1 procent per 1 april.
Het plafond van 500.000 vliegbewegingen komt rap dichterbij. Volgens Nijhuis proberen luchtvaartmaatschappijen met het oog daarop de nog beschikbare capaciteit op te vullen. “Airlines hebben meer slots aangevraagd en minder teruggegeven. Ze hebben de groei naar voren gehaald.”
Verschillende luchtvaartmaatschappijen en ook branchevereniging BARIN opperden eerder al om de geluidsregels te herzien. De huidige maximum aantal vliegbewegingen is in 2008 vastgesteld naar toen geldende normen. In de tussentijd zijn vliegtuigen echter een stuk stiller geworden, waardoor er binnen de geluidsruimte meer gevlogen zou moeten kunnen worden.