AMSTERDAM - Een boarding pass is niet langer noodzakelijk voor het indienen van een compensatieclaim. Dat blijkt volgens claimbureau AirHelp uit een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Hiermee wordt een eerdere, controversiële beslissing van het Franse Hof van Cassatie teruggedraaid.
Op 14 februari 2018 besliste dat Hof dat passagiers die het slachtoffer zijn van een verstoorde vlucht, alleen recht hebben op compensatie op vertoon van hun boarding pass. Dit als bewijs dat zij ook daadwerkelijk op het vliegveld aanwezig waren op de dag van vertrek. “Een heel effectieve strategie, die luchtvaartmaatschappijen in veel gevallen hielp om onder compensatie uit te komen”, stelt AirHelp.
De recente nieuwe uitspraak van het Europese Hof geeft volgens het claimbureau een duidelijk signaal dat luchtvaartmaatschappijen niet om “onnodige documenten” mogen vragen wanneer passagiers een claim indienen. “Een boardingpass bevat geen informatie die luchtvaartmaatschappijen niet sowieso al in hun systeem hebben staan.”
Heel veel verandert er niet, omdat in de praktijk een e-ticket doorgaans al voldoende was voor het indienen van een claim. "Zeker in Nederland eisen rechters nooit een boarding pass, in tegenstelling tot sommige luchtvaartmaatschappijen. Echter, als een e-ticket wordt ingestuurd, dan betalen ze uiteindelijk alsnog", zegt een woordvoerder.