DEN HAAG - In een brief aan de Tweede Kamer laat staatssecretaris Cees van der Knaap van Defensie weten dat de Koninklijke Luchtmacht behoefte geeft aan een derde DC-10. Die is nodig "omdat de Nederlandse krijgsmacht steeds meer expeditionair gaat optreden, waarvoor een strategische transportcapaciteit noodzakelijk is." Er is volgens de staatssecretaris behoefte aan een DC-10-30 in Convertible Freight (CF)-uitvoering.

De extra DC-10 wordt volgens Van der Knaap alleen gebruikt voor vracht- en passagiersvervoer. Daarmee kan de luchtmacht de huidige twee KDC-10's, die zijn ingericht voor bijtanken in de lucht (Air-to-Air Refuelling, AAR), ontlasten. De tankfunctie wordt volgens Van der Knaap steeds belangrijker nu de Vliegbasis Twenthe wordt gesloten, en het aantal starts en landingen vanaf andere bases sterk dreigt toe te nemen. Tanken in de lucht zou de overlast verkleinen.

Gezien de budgettaire beperkingen geeft Defensie geen prioriteit aan de inbouw van een tankinstallatie in de DC-10, wat een extra investering van dertig miljoen euro zou betekenen. Volgens de staatssecretaris kunnen de twee beschikbare KDC-10's wel voorzien in de Nederlandse behoefte aan AAR-capaciteit, ook met inbegrip van de extra behoefte na de sluiting van de vliegbasis Twenthe.

Potentiële kandidaten
Defensie heeft de voorkeur voor het aanschaffen van een bestaande DC-10-30 in de CF-configuratie. "Een eerste marktoriëntatie leert dat drie DC-10-30 toestellen in deze configuratie als potentiële kandidaten kunnen worden beschouwd. De drie toestellen zijn geïnspecteerd en geschikt bevonden. Dit betreft zowel de technische kwaliteit, de configuratie als de vraagprijs in relatie tot de taxatiewaarde", zo schrijft Van der Knaap.

Volgens de staatssecretaris kost de aanschaf van een derde DC-10 ongeveer dertig miljoen euro. Inclusief achterstallig onderhoud, aanpassingen aan infrastructuur op de vliegbasis Eindhoven en de opleiding van de bemanning raamt Defensie de totale investeringskosten voor de derde DC-10 op 41,5 miljoen euro.

Bovendien zijn er de jaarlijkse materiële exploitatiekosten voor onderhoud, reserveonderdelen en vlieguren en is een personeelsuitbreiding van 44 personen nodig. De totale jaarlijkse exploitatiekosten komen uit op 10,2 miljoen, aldus Van der Knaap.