SCHIPHOL - Het aantal vliegtuigen dat van Nederlandse luchthavens na het opstijgen terugkeert wegens een technisch mankement vertoont al jaren een dalende lijn. In 2008 waren het nog 223, vorig jaar 94 toestellen die omdraaiden. Dit blijkt uit cijfers van de Inspectie Leefomgeving en Transport die in het bezit zijn van Metro. De vraag is wel of er minder vaak reden is om terug te keren, of dat piloten vaker besluiten door te vliegen bij kleine mankementen.

“Vliegen is nu veiliger dan ooit”, stelt Joris Melkert in Metro. Melkert is docent luchtvaarttechniek aan de TU in Delft. “De eisen zijn steeds strenger geworden en de training van piloten steeds zwaarder. Dat elk jaar minder toestellen met technische problemen kampen, is geen toeval.” Melkert verwacht dat de vliegveiligheid de komende jaren verder zal verbeteren. “Helemaal naar nul gaan we niet, maar er is sprake van een continu proces van vernieuwing.”

Ook luchtvaartexpert Benno Baksteen vindt dat de veiligheid van de luchtvaart in de westerse wereld “op een extreem hoog niveau ligt,” zo zegt hij tegen Metro. Maar de druk van maatschappijen op piloten kan ook een oorzaak zijn waarom steeds minder vliegtuigen vroegtijdig terugkeren, zegt Baksteen.

“Het aantal kan teruglopen door minder technische problemen. Maar het kan ook zijn dat er minder vaak wordt besloten terug te keren. Of dat nodig is, valt namelijk niet in alle gevallen eenduidig vast te stellen. En dan kan het een teken zijn dat de druk om door te vliegen wat groter is dan voorheen. Bijvoorbeeld door de Europese boeteregeling bij vertragingen. Het kan ook zijn dat er minder wordt gemeld. In de laatste twee gevallen is er dus juist sprake van een systeemverslechtering", aldus Baksteen.

Van onze redactie