LONDEN - EasyJet, British Airways en Ryanair pleiten gezamenlijk voor afschaffing van de Britse vliegtax, de zogeheten Air Passenger Duty (APD). CEO’s Carolyn McCall, Willie Walsh en Michael O’Leary waarschuwen voor het remmende effect op de economie, die toch al klappen krijgt door de Brexit.
“Groot-Brittannië geeft miljoenen uit om toeristen te trekken, maar trakteert ze daarna op een rekening van bijna 170 euro om het land in en uit te vliegen”, zegt Walsh, CEO van British Airways-moederbedrijf IAG. De Britse vliegbelasting geldt als de hoogste in Europa. “Andere landen die een dergelijke belasting afschaften zagen onmiddellijk een positief effect op het toerisme en het bruto nationaal product. De APD is over de houdbaarheidsdatum en moet worden afgeschaft.”
De vliegtax werd 21 jaar geleden ingesteld en leverde de Britse schatkist bijna 3,5 miljard euro op, betaald door 110 miljoen passagiers.
Effect
Ryanair-topman Michael O’Leary kan meepraten over de effecten van de vliegtax in Ierland, die tussen 2009 en 2014 van kracht was. “De introductie leidde ertoe dat de passagiersaantallen op Ierse luchthavens met bijna een kwart inzakte. Gelukkig heeft de overheid de belasting geschrapt, waardoor het vliegverkeer onmiddellijk weer toenam. We roepen de Britse overheid op het Ierse voorbeeld te volgen.”
Hij krijgt bijval van Carolyn McCall, CEO van concurrent easyJet. “Er is bewijs genoeg dat het afschaffen van de vliegbelasting in andere landen een stimulerend effect heeft op de economie. Bovendien worden niet alleen internationale reizigers getroffen door de APD, ook het binnenlandse vliegverkeer heeft er last van.”