BRUSSEL – De organisatie van Europese luchtverkeersleiding, Eurocontrol, merkt op dat in 2020 de gemiddelde vlucht in het Europese luchtruim korter was, en werd uitgevoerd met kleinere vliegtuigen in vergelijking met 2019, met een uiterst wisselend beeld gedurende het jaar.
Dat meldt Eurocontrol in haar datanieuwsbrief. De gemiddelde vlucht in 2020 was 7,6 procent korter dan in 2019, maar het gemiddelde gewicht van vliegtuigen fluctueerde ‘dramatisch in vergelijking met de relatief gelijkmatige niveaus in 2019.’ De gemiddeld gevlogen afstand binnen het gebied waarbinnen Eurocontrol metingen verricht, was in 2020 981 kilometer: ruwweg van Brussel naar Bratislava. Het dieptepunt lag met 831 kilometer in juni. Gedurende de zomer van 2020 zorgden minder restricties voor langere gemiddelde vluchten, tot boven de 1.000 kilometers in augustus. Belangrijkste oorzaak van de kortere vluchten was het scherp gedaalde aantal ‘internationale passagiersvluchten.’
Het passagiersvervoer binnen Europa bleef daarna redelijk op peil, maar het gemiddelde vluchtgewicht nam af, tot een minimum van 75 ton in juli 2020. Dat had als oorzaak dat er door de verminderde vraag naar stoelen kleinere en zuiniger vliegtuigen konden worden ingezet. Airlines kozen vaker voor Embraers, ATR’s, Airbus A220’s, A320neo’s en A350’s. Het gemiddelde gewicht in 2020 was 86 ton: dat is gelijk aan dat van de oudere Boeing 737-900ER.