MONTREAL - Air Inuit gaat haar Boeing 737-200 Combi's vervangen door modernere 737-800’s, zo heeft de Canadese maatschappij maandag bekendgemaakt. Met een leeftijd van 41 tot 45 jaar behoren de toestellen tot de oudste nog vliegende 737’s ter wereld.
Het zijn overigens niet de alleroudste: zo heeft bijvoorbeeld het eveneens Canadese Nolinor zelfs een 737-200 van 49 jaar oud in dienst. Dat er juist in een welvarend land als Canada zulke oude 737-200's vliegen komt doordat zij (met gravel kit) geschikt zijn om op onverharde banen te laden, en daarvan zijn er veel daar in het noorden.
Ook diverse luchtmachten vliegen nog met oudere exemplaren: zo beschikt de Peruaanse luchtmacht zelfs over een 54 jaar oude 737-100.
Noordelijke regio's
Air Inuit vliegt vanuit Montreal naar de zeer noordelijke regio’s Nunavik en Nunavut in Canada, die vanwege de kou tot de dunbevolkste regio’s van de wereld horen en waar voornamelijk Inuit leven, zoals de Eskimo’s daar zichzelf noemen. Vandaar ook de naam van de luchtvaartmaatschappij.
De 'nieuwe' tweedehands 737-800’s, die 40 procent minder brandstof verbruiken dan de 737-200’s, zullen vrachtdeuren op het hoofddek krijgen, zodat het vrachtruim tussen de cockpit en de vleugels eenvoudig beladen kan worden.
Lees verder onder de impressie.
Achterin de vliegtuigen zitten de passagiers. Met deze indeling verschillen de 737’s van bijvoorbeeld de 747 Combi’s waar KLM nog niet zo lang geleden mee vloog: daar zaten de passagiers juist voorin en werd de grote vracht achterin het toestel geplaatst.
Er leiden geen wegen naar Nunavik en Nunavut, waardoor Air Inuit veel vrachtcapaciteit nodig heeft om die regio’s te bevoorraden.
De drie 737-800’s komen binnen 12 tot 24 maanden in dienst. Air Inuit vliegt ook met een jongere Boeing 737-300 van 31 jaar oud en met DHC Dash 8-turboprops van 18 tot 34 jaar oud, maar die zijn voorlopig nog niet aan vervanging toe.