DRIEBERGEN - Het is dinsdag (1 juni) een jaar geleden dat vlucht AF447 van Air France verongelukte. De Airbus A330-200 met registratie F-GZCP crasht bijna vier uur na de start in Rio de Janeiro in de Atlantische Oceaan. Alle 216 passagiers en twaalf bemanningsleden komen om. Na een jaar tasten onderzoekers nog steeds in het duister over de oorzaak van de vliegramp.

Slechts enkele tientallen lichamen en een klein deel van het wrak kunnen worden geborgen. De recorders met vluchtgegevens en cockpitgesprekken blijven onvindbaar.

Kort na de crash zwellen geruchten aan over een falende pitotbuis, een onderdeel dat gebruikt wordt voor het vaststellen van de vliegsnelheid. Het Franse onderzoeksbureau BEA kan zonder de recorders niet vaststellen of een defecte pitotbuis heeft bijgedragen aan de crash, en evenmin wat de eventuele bijkomende oorzaken zijn geweest.

In totaal vinden drie zoektochten naar de ‘zwarte dozen’ plaats. Bij de miljoenen kostende operaties worden onder andere speciale onderzeeërs ingezet. Eind mei 2010 wordt de derde actie zonder succes afgesloten.

Nabestaanden eisen van Air France en Airbus een nieuwe poging om de informatiedragers boven water te halen. De kans dat de apparaten nog worden gevonden, wordt als erg klein beschouwd. Bovendien trekken deskundigen in twijfel of de recorders na een jaar op de oceaanbodem nog bruikbare gegevens opleveren.

Vlucht AF447 tussen Rio de Janeiro en Parijs gaat de boeken in als de meeste ernstige crash met een vliegtuig van Air France ooit. In Rio de Janeiro en Parijs worden een jaar na het ongeluk herdenkingsbijeenkomsten gehouden.

Van onze redactie