Aan enkele vergadertafels schuiven steeds meer stoelen aan, en klinken zaaggeluiden. Aan de poten van een heel ander stoeltje, namelijk van die in de cockpit. Er wordt druk overlegd of er in de toekomst gevlogen kan worden met minder mensen in de cockpit. Een pilootje minder, mag dat?
Eén aspect in die discussie heb ik nog niet gehoord: de mentale! En misschien is dat wel de belangrijkste reden dat de poten onder de ‘single pilot operations’-discussie in de burgerluchtvaart uit gehaald zouden moeten worden.
Vliegers zijn een apart soort mensen. Niet beter of slechter dan anderen, maar ze kunnen beter dan gemiddeld gevoel onderdrukken (tot schijnbaar gevoelloos aan toe), zijn uiterlijk vaak onbewogen (binnenin soms ook voor zichzelf), en zijn bovengemiddeld eigenzinnig (om het woord eigenwijs maar niet te gebruiken).
Veelal onbewust geeft een vlucht behoorlijk wat mentale druk. En hoe groter de kist en het aantal passagiers, hoe verder de bestemming, hoe drukker het vliegveld, hoe slechter het weer, des te groter is die (onbewuste) druk.
In die diversiteit aan gebeurtenissen helpt het om een maatje te hebben. Hulp in de vorm van een idee wat verworpen kan worden of juist de oplossing blijkt te zijn. Schijnbaar solistisch vindt er in de cockpit voortdurend een onbewust samenzijn met de ‘bezetter’ van die andere stoel plaats. Dat helpt de druk zoveel mogelijk buiten de cockpit te houden, omdat alles wat er binnen komt via de deur en de vensters in stilte mede begrepen wordt door je maatje.
Onbewust ben je samen in al die soms onuitlegbare processen. En dat herkennen en delen houdt een vlieger (en de hele vliegersgemeenschap) mentaal gezond en stabiel in het leven van het cockpitvak. Een vlieger die voortdurend alleen opereert zonder collega interactie loopt veel meer risico ergens het mentale spoor bijster te raken.
Schijnbaar kan die vlieger het dus wel alleen; hij zal de laatste zijn om te bekennen dat ‘ie iemand nodig heeft. Maar alleen al om dát te kunnen ontkennen heeft hij iemand nodig. Een geestgenoot voor tijdens de vlucht. Voor de baas is dat de co en voor de co de baas. En dat maakt ze maatjes tijdens een vlucht. Menselijke (h)erkenning van een soortgenoot die op hetzelfde moment op ‘hetzelfde level zit’.
Met het willen weghalen van een stoel uit de cockpit wordt er gezaagd aan de poten van het mentale welzijn van de resterende andere. Dat kon wel eens een hele wiebelige worden.
(Bij deze nog grote dank aan Pier de Groot, die met zijn medewerkers immer met onuitgesproken begrip klaarstond om als een soort van ‘extra’ stoel voor cockpitbemanning te fungeren.)