HOORN - Het lichaam van het tweede slachtoffer van de vliegtuigongeluk dat zondag in het water van het Hoornsche Hop bij Hoorn gebeurde, is in de nacht van zondag op maandag (15 september) geborgen. Dit heeft een woordvoerder van de Noord-Hollandse gemeente gezegd. Het lichaam van het andere slachtoffer werd zondag al geborgen.
De berging van het tweede lichaam duurde langer, doordat het slachtoffer beklemd zat in het wrak. Het ultralightvliegtuig moest uit het water worden gehaald, waarna het nog een uur duurde voordat het lichaam uit het wrak was verwijderd.
De slachtoffers zijn een 57-jarige man uit Middenmeer en een 56-jarige inwoner van Purmerend. De man uit Middenmeer was de passagier, de man uit Purmerend de piloot. De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend.
Het vliegtuig, een Zodiac ultralight, stortte zondag neer in het water van het Hoornsche Hop, ongeveer 900 meter uit de kust. Het was in Middenmeer opgestegen.
Veiligheidsprogramma
De afgelopen zes jaar zijn ten minste tien inzittenden van ultralight- vliegtuigen omgekomen. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart (KNVvL) werkt samen met de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat aan een veiligheidsprogramma voor piloten van ultralight vliegtuigen. Dat bevat onder meer een checklist 'vluchtvoorbereiding' en vernieuwde opleidingen voor piloten en instructeurs.
De vliegers van ultralight-vliegtuigen worden al gewezen op de veiligheidsaspecten “Wij betreuren het ongeval en zijn verbaasd dat het weer kon gebeuren”, aldus F. Paymans, vicevoorzitter van de KNVvL. “Tegelijkertijd geeft het ongeluk nieuwe energie om verder te werken.”
Ultralight-toestellen zijn de goedkoopste gemotoriseerde vliegtuigen die er zijn. Gemiddeld kosten ze tussen de 20.000 en 40.000 euro. Het toestel heeft een benzinemotor en biedt plaats aan maximaal twee personen. Het vliegtuig mag 450 kilogram wegen inclusief een volle tank.
Een toekomstig piloot van een ultralight-vliegtuig moet een theorie- en een praktijkexamen afleggen. Daarnaast moeten deze personen dertig uur gevlogen hebben; waarvan tien uur solo. Volgens Paymans moeten de piloten in het bezit zijn van een Recreational Pilots License; een brevet voor sportvliegers.
(c) ANP
De berging van het tweede lichaam duurde langer, doordat het slachtoffer beklemd zat in het wrak. Het ultralightvliegtuig moest uit het water worden gehaald, waarna het nog een uur duurde voordat het lichaam uit het wrak was verwijderd.
De slachtoffers zijn een 57-jarige man uit Middenmeer en een 56-jarige inwoner van Purmerend. De man uit Middenmeer was de passagier, de man uit Purmerend de piloot. De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend.
Het vliegtuig, een Zodiac ultralight, stortte zondag neer in het water van het Hoornsche Hop, ongeveer 900 meter uit de kust. Het was in Middenmeer opgestegen.
Veiligheidsprogramma
De afgelopen zes jaar zijn ten minste tien inzittenden van ultralight- vliegtuigen omgekomen. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart (KNVvL) werkt samen met de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat aan een veiligheidsprogramma voor piloten van ultralight vliegtuigen. Dat bevat onder meer een checklist 'vluchtvoorbereiding' en vernieuwde opleidingen voor piloten en instructeurs.
De vliegers van ultralight-vliegtuigen worden al gewezen op de veiligheidsaspecten “Wij betreuren het ongeval en zijn verbaasd dat het weer kon gebeuren”, aldus F. Paymans, vicevoorzitter van de KNVvL. “Tegelijkertijd geeft het ongeluk nieuwe energie om verder te werken.”
Ultralight-toestellen zijn de goedkoopste gemotoriseerde vliegtuigen die er zijn. Gemiddeld kosten ze tussen de 20.000 en 40.000 euro. Het toestel heeft een benzinemotor en biedt plaats aan maximaal twee personen. Het vliegtuig mag 450 kilogram wegen inclusief een volle tank.
Een toekomstig piloot van een ultralight-vliegtuig moet een theorie- en een praktijkexamen afleggen. Daarnaast moeten deze personen dertig uur gevlogen hebben; waarvan tien uur solo. Volgens Paymans moeten de piloten in het bezit zijn van een Recreational Pilots License; een brevet voor sportvliegers.
(c) ANP
