Airbus ontwikkelde eind jaren tachtig/begin jaren negentig tegelijkertijd de nauw aan elkaar verwante tweemotorige A330 en de viermotorige A340. De A340 vloog al in oktober 1991 voor het eerst. De eerste A330, een A330-300 met de registratie F-WWKA, maakte op 2 november 1992 de maiden flight vanaf Toulouse-Blagnac. Dat was op dat moment ’s werelds grootste tweemotorige vliegtuig.

De F-WWKA werd in eerste instantie gebruikt voor certificeringsvluchten en het testen van apparatuur. Ook werden de aanvankelijke General Electric CF6-80E motoren vervangen door Rolls-Royce Trent 768-60, later gevolgd door Trent 772-6’s. Nadat de certificerings- en testactiviteiten bij Airbus achter de rug waren startte een nieuwe carriere voor de eerste A330.

Cathay Pacific
De testapparatuur aan boord maakte plaats voor een passagierscabine, om in oktober 1996 te worden overgedragen aan Cathay Pacific met de registratie VR-HLJ (later B-HLJ). In 2013 droeg Cathay Pacific het vliegtuig over aan het regionale dochterbedrijf Dragonair, sinds 2016 Cathay Dragon geheten. Uiteindelijk heeft de allereerste Airbus A330 63.900 vlieguren gemaakt tijdens 26.983 vluchten.

De 'oer-A330' in Dragonair-dienst, hier in 2017 gefotografeerd op Hong Kong International Airport. Foto: Reismedia.

Het nu buiten dienst gestelde toestel was de eerste van wat later een uiterst succesvol, multi-inzetbaar toestel bleek. Airbus leverde sinds 1992 zo’n 1.500 A330’s af, waaronder 771 A330-300’s. Het type is tot op de dag van vandaag in productie, met de A330neo als nieuwste generatie. Ter vergelijking: de productie van de A340 stokte in 2012 bij 375 afgeleverde exemplaren.

Cathay Pacific benadrukt overigens dat er bij de sloop van het toestel naar wordt gestreefd om zoveel mogelijk onderdelen een nieuwe bestemming te geven.