HAARLEMMERMEER - Luchtvaartmaatschappijen die vanaf Lelystad Airport willen vliegen, moeten daarvoor een deel van hun vluchten op Schiphol opgeven. Alleen zo kan voorkomen worden dat prijsvechters te veel marktaandeel winnen. Dat zegt KLM-topman Pieter Elbers in de Volkskrant, in aanloop naar een hoorzitting over het luchtvaartbeleid in de Tweede Kamer.
Elbers wil dat de budgetmaatschappijen Schiphol verlaten omdat KLM door hun expansiedrift geen ruimte meer heeft om te groeien.
De KLM-topman waarschuwt dat met Lelystad Airport hetzelfde kan gebeuren als met Eindhoven Airport. Daar hebben prijsvechters zich gevestigd, zonder dat zij in ruil ruimte inleverden op Schiphol.
“Eindhoven is volgelopen zonder dat er luchtvaartmaatschappijen van Schiphol zijn vertrokken”, zegt Elbers. “Alleen onze dochter Transavia verplaatste vluchten, de andere maatschappijen bleven gewoon.”
Spelregels
Elbers dring aan op een striktere naleving van het voorkeursbeleid. “De ervaring leert ons dat het voorgenomen voorkeursbeleid niet uit zichzelf tot uitvoering komt. Dus moet Schiphol van tevoren de spelregels voor Lelystad bepalen. Wie plekken opgeeft op Schiphol, krijgt voorrang voor de nieuwe plekken op Lelystad Airport."
Wat voor KLM goed is, is voor Nederland goed, stelt hij. “Een eerste vlucht naar Bangalore voegt meer toe dan de zoveelste naar Barcelona. Dat zal iedere luchtvaarteconoom met me eens zijn. Voor buitenlandse ondernemingen is bereikbaarheid een belangrijke reden zich in Amsterdam te vestigen. Bedrijven als het Chinese Huawei of het Japanse Yamaha zetten hier hun Europese hoofdkantoor neer, omdat ze vanaf Schiphol de hele wereld kunnen bereiken."