AMSTELVEEN - Leo van Wijk, de tweede man van luchtvaartalliantie Air France-KLM, ziet het Midden-Oosten als de grote concurrent van de Europese luchtvaart. Hij zegt dat in een interview met luchtvaartjournalist Arnold Burlage, dat vandaag (18 juli) in De Financiële Telegraaf gepubliceerd is. Volgens Van Wijk komt de positie van de Europese ‘hubs’ in gevaar.
Maatschappijen die passagiers nu grotendeels via Europa tussen Azië, Afrika en de Verenigde Staten vervoeren kunnen via knooppunten in het Midden-Oosten ook om Europa heen. Van Wijk: “De luchthaven Dubai is als nieuw strategisch knooppunt niet alleen kostenvoordelig, maar ook nog geografisch goed gepositioneerd, servicegevoelig en aan geld voor alle comfort bestaat geen gebrek.”
Van Wijk, sinds kort tevens voorzitter van de strategische en politieke commissie van de IATA, vreest dat de luchtvaart als motor van economie in Nederland en Europa gaat haperen. Hij geeft Dubai als voorbeeld, waar de afhandelingskosten tien procent bedragen van wat op de luchthaven Schiphol betaald moet worden. “Het economisch belang van de luchtvaart staat nauwelijks op de agenda, ook niet bij de EU in Brussel. In het Midden-Oosten ligt dat anders.”
In zijn positie als voorzitter van de IATA-commissie zal Van Wijk samen met andere commissieleden internationaal zijn visie geven op dit soort ontwikkelingen, “zodat overheden en politici weten wat ze kunnen doen om de luchtvaart als economische motor te laten overleven”, meldt van Wijk in de Financiële Telegraaf. Redelijke luchthaventarieven, goede infrastructuur en milieubeheersing vormen volgens de topman daarvoor als basis een drie-eenheid.
Van Wijk verwacht dat de concurrentie naast de grote luchtvaartallianties van de knooppunten in het Midden-Oosten komt. De loonkosten vormen een ander punt van zorg. Deze bedragen in Azië twintig procent van de totale kosten, in Europa dertig procent en in de Verenigde Staten zelfs vijftig procent. “Het gevolg is dat veel vliegmaatschappijen zich op de rand van de afgrond begeven”, aldus Van Wijk in het ochtendblad.
Maatschappijen die passagiers nu grotendeels via Europa tussen Azië, Afrika en de Verenigde Staten vervoeren kunnen via knooppunten in het Midden-Oosten ook om Europa heen. Van Wijk: “De luchthaven Dubai is als nieuw strategisch knooppunt niet alleen kostenvoordelig, maar ook nog geografisch goed gepositioneerd, servicegevoelig en aan geld voor alle comfort bestaat geen gebrek.”
Van Wijk, sinds kort tevens voorzitter van de strategische en politieke commissie van de IATA, vreest dat de luchtvaart als motor van economie in Nederland en Europa gaat haperen. Hij geeft Dubai als voorbeeld, waar de afhandelingskosten tien procent bedragen van wat op de luchthaven Schiphol betaald moet worden. “Het economisch belang van de luchtvaart staat nauwelijks op de agenda, ook niet bij de EU in Brussel. In het Midden-Oosten ligt dat anders.”
In zijn positie als voorzitter van de IATA-commissie zal Van Wijk samen met andere commissieleden internationaal zijn visie geven op dit soort ontwikkelingen, “zodat overheden en politici weten wat ze kunnen doen om de luchtvaart als economische motor te laten overleven”, meldt van Wijk in de Financiële Telegraaf. Redelijke luchthaventarieven, goede infrastructuur en milieubeheersing vormen volgens de topman daarvoor als basis een drie-eenheid.
Van Wijk verwacht dat de concurrentie naast de grote luchtvaartallianties van de knooppunten in het Midden-Oosten komt. De loonkosten vormen een ander punt van zorg. Deze bedragen in Azië twintig procent van de totale kosten, in Europa dertig procent en in de Verenigde Staten zelfs vijftig procent. “Het gevolg is dat veel vliegmaatschappijen zich op de rand van de afgrond begeven”, aldus Van Wijk in het ochtendblad.