SCHIPHOL - Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) verwacht dat tijdens het lopende gebruiksjaar drie van de elf milieuregels voor het baan- en routegebruik van Schiphol worden overschreden. Dat meldt de luchtverkeersleidingsorganisatie in het halfjaarbericht inzake de naleving van deze regels. Het lopende gebruiksjaar eindigt op 31 oktober.
Bij overschrijding van normen op jaarbasis kan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie een bestuurlijke boete opleggen. De elf regels, sinds februari 2003 van kracht, zijn niet van toepassing op afwijkende manoeuvres om veiligheidsredenen. “Wij sturen geen vliegtuigen dwars door onweersbuien”, zegt LVNL-woordvoerster Marjolein Wenting tegenover Luchtvaartnieuws.
Twee regels die naar verwachting overschreden worden hebben betrekking op het nachtelijk routegebruik. Deze beide regels staan afwijkingen toe in 0,05 procent van de gevallen waarop de regel betrekking heeft. Zo hebben van de bijna 6000 nachtelijke vluchten er zeven buiten het naderingsverkeersgebied een lagere hoogte aangehouden dan is toegestaan. De norm laat slechts ruimte voor zes afwijkingen.
Verder hebben gedurende de nacht vijf vliegtuigen na de start de voorgeschreven luchtverkeerweg verlaten onder de daarvoor toegestane hoogte. Op een totaal aantal starts van 1905 is dat 0,26 procent. Drie van deze starts vonden plaats op de grens van de overgang tussen dag en nacht. Wanneer deze niet worden meegeteld, is nu met twee afwijkingen al een percentage van 0,10 procent bereikt, aldus LVNL.
Parallelle startbanen
Daarnaast is de regel dat maximaal drie procent van alle starts door de verkeersleiding onder een hoogte van 3000 voet (1 kilometer) buiten de luchtverkeerweg mag worden geleid ruim overschreden. Deze overschrijding is volgens LVNL het directe gevolg van de tijdelijke beheersmaatregelen voor het gelijktijdig gebruik van parallelle startbanen. Vertrekkende vliegtuigen gebruiken bij parallel baangebruik momenteel niet de standaard vertrekroutes, maar krijgen zodanige koersinstructies dat ze direct na de start van elkaar wegdraaien.
Het gevolg is wel dat vliegtuigen eerder en daardoor op een lagere hoogte de voorgeschreven luchtverkeerwegen verlaten. In de eerste zes maanden van dit gebruiksjaar hebben als gevolg van dit vraagstuk 3874 op instructie van de verkeersleiding de regel overschreden. In totaal zijn in de eerste zes maanden van dit gebruiksjaar 5047 afwijkingen op deze regel geregistreerd. Op een totaal van 89.739 start is dat 5,62 procent.
Zoals al eerder bekend werd is er voor het voorjaar van 2006 geen oplossing voor het vraagstuk van parallel starten voor handen. Daarom zal naar verwachting de norm van deze regel dit gebruiksjaar dan ook worden overschreden.
Hoe hoog de bestuurlijke boete zal zijn die door de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer & Waterstaat kan worden opgelegd is nog niet bekend. “In 2003 werden ook drie regels overtreden en bedroeg de boete 45.000 euro”, licht de LVNL-woordvoerster toe. Wat betreft 2004 moet de boete nog bepaald worden. Ook toen werden drie regels overtreden.
Bij overschrijding van normen op jaarbasis kan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie een bestuurlijke boete opleggen. De elf regels, sinds februari 2003 van kracht, zijn niet van toepassing op afwijkende manoeuvres om veiligheidsredenen. “Wij sturen geen vliegtuigen dwars door onweersbuien”, zegt LVNL-woordvoerster Marjolein Wenting tegenover Luchtvaartnieuws.
Twee regels die naar verwachting overschreden worden hebben betrekking op het nachtelijk routegebruik. Deze beide regels staan afwijkingen toe in 0,05 procent van de gevallen waarop de regel betrekking heeft. Zo hebben van de bijna 6000 nachtelijke vluchten er zeven buiten het naderingsverkeersgebied een lagere hoogte aangehouden dan is toegestaan. De norm laat slechts ruimte voor zes afwijkingen.
Verder hebben gedurende de nacht vijf vliegtuigen na de start de voorgeschreven luchtverkeerweg verlaten onder de daarvoor toegestane hoogte. Op een totaal aantal starts van 1905 is dat 0,26 procent. Drie van deze starts vonden plaats op de grens van de overgang tussen dag en nacht. Wanneer deze niet worden meegeteld, is nu met twee afwijkingen al een percentage van 0,10 procent bereikt, aldus LVNL.
Parallelle startbanen
Daarnaast is de regel dat maximaal drie procent van alle starts door de verkeersleiding onder een hoogte van 3000 voet (1 kilometer) buiten de luchtverkeerweg mag worden geleid ruim overschreden. Deze overschrijding is volgens LVNL het directe gevolg van de tijdelijke beheersmaatregelen voor het gelijktijdig gebruik van parallelle startbanen. Vertrekkende vliegtuigen gebruiken bij parallel baangebruik momenteel niet de standaard vertrekroutes, maar krijgen zodanige koersinstructies dat ze direct na de start van elkaar wegdraaien.
Het gevolg is wel dat vliegtuigen eerder en daardoor op een lagere hoogte de voorgeschreven luchtverkeerwegen verlaten. In de eerste zes maanden van dit gebruiksjaar hebben als gevolg van dit vraagstuk 3874 op instructie van de verkeersleiding de regel overschreden. In totaal zijn in de eerste zes maanden van dit gebruiksjaar 5047 afwijkingen op deze regel geregistreerd. Op een totaal van 89.739 start is dat 5,62 procent.
Zoals al eerder bekend werd is er voor het voorjaar van 2006 geen oplossing voor het vraagstuk van parallel starten voor handen. Daarom zal naar verwachting de norm van deze regel dit gebruiksjaar dan ook worden overschreden.
Hoe hoog de bestuurlijke boete zal zijn die door de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer & Waterstaat kan worden opgelegd is nog niet bekend. “In 2003 werden ook drie regels overtreden en bedroeg de boete 45.000 euro”, licht de LVNL-woordvoerster toe. Wat betreft 2004 moet de boete nog bepaald worden. Ook toen werden drie regels overtreden.