Het Zuid-Hollandse provinciebestuur wil dat het aantal nachtvluchten op het vliegveld van Rotterdam wordt teruggedrongen. Dat schrijft het college van Gedeputeerde Staten in een reactie op vragen van GroenLinks-PvdA. De grootste partij in de Provinciale Staten zegt zich zorgen te maken om de gezondheid van omwonenden van Rotterdam The Hague Airport (RTHA)
Afgelopen jaar vonden ruim 1300 nachtvluchten plaats op het regionale vliegveld ten noordwesten van Rotterdam, het hoogste aantal in tien jaar. In meer dan de helft van de gevallen ging het om spoedeisende hulpverlening, zoals trauma- en politiehelikopters. Omwonenden gaven in een onderzoek van de GGD Rotterdam-Rijnmond aan dat ze meer geluidhinder hebben ervaren door het vliegverkeer dan voor de coronacrisis. Dit leidde onder meer tot slaapproblemen en overgevoeligheid voor licht en geluid.
"Voor alle luchtvaart in Zuid-Holland willen Gedeputeerde Staten de hinder voor omwonenden terugdringen", staat in de brief van het college. "Het terugdringen van het aantal nachtvluchten is daarbij speerpunt. In de overleggen met luchthavens, sector en Rijk dringen Gedeputeerde Staten hier ook op aan." Het Rotterdamse vliegveld valt onder verantwoordelijkheid van het Rijk en niet van de provincie.
"Gedeputeerde Staten vinden gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland belangrijk", aldus het college, dat benadrukt dat Zuid-Holland een provincie is "waar veel functies in een klein gebied plaatsvinden". Het provinciebestuur zegt dat dit noopt tot het maken van keuzes en het zoeken naar "een maatschappelijk evenwicht".
GroenLinks-PvdA wil dat het vliegveld wordt gesloten. In het coalitieakkoord dat de twee partijen in die samenwerkende fractie heeft gesloten met BBB, VVD en CDA staat echter alleen dat er een onderzoek komt naar "de maatschappelijke en economische waarde" van de luchthaven "en de waarde van de locatie voor eventuele alternatieve functies".