GENEVE - De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft een luchtbrug geopend naar het de verwoeste Indonesische provincie Atjeh. De organisatie vliegt vanuit Denemarken en Dubai 400 ton hulpgoederen naar het rampgebied. Daarnaast worden vanuit andere delen van Indonesië personeel, voertuigen en ander materieel naar Atjeh gestuurd.
Vanuit Dubai vinden twee DC-10 vluchten plaats, waarmee tweeduizend tenten worden vervoerd. De overige vier vluchten worden uitgevoerd vanuit Denemarken, met Ilyushin Il-76’s en Antonov AN-124’s. In Kopenhagen heeft de UNHCR haar centrale opslagplaats. Alle vluchten gaan naar Jakarta; van daaruit worden de goederen met C-130 transportvliegtuigen en schepen naar Noord-Sumatra gebracht.
In een tijdsbestek van drie dagen worden zes vluchten uitgevoerd in deze UNHCR-Airlift, die gisteren van start ging met een vlucht vanuit het Deense Billund. Met de luchtbrug worden 100.000 mensen geholpen, ongeveer een kwart van de getroffen bevolking.
“Het is onze topprioriteit deze mensen een dak boven hun hoofd te bieden”, zegt VN-vluchtelingencommissaris Ruud Lubbers. “Ze zijn getraumatiseerd en wonen in een gebied dat alleen maar kan worden omschreven als de hel.”
Vanuit Dubai vinden twee DC-10 vluchten plaats, waarmee tweeduizend tenten worden vervoerd. De overige vier vluchten worden uitgevoerd vanuit Denemarken, met Ilyushin Il-76’s en Antonov AN-124’s. In Kopenhagen heeft de UNHCR haar centrale opslagplaats. Alle vluchten gaan naar Jakarta; van daaruit worden de goederen met C-130 transportvliegtuigen en schepen naar Noord-Sumatra gebracht.
In een tijdsbestek van drie dagen worden zes vluchten uitgevoerd in deze UNHCR-Airlift, die gisteren van start ging met een vlucht vanuit het Deense Billund. Met de luchtbrug worden 100.000 mensen geholpen, ongeveer een kwart van de getroffen bevolking.
“Het is onze topprioriteit deze mensen een dak boven hun hoofd te bieden”, zegt VN-vluchtelingencommissaris Ruud Lubbers. “Ze zijn getraumatiseerd en wonen in een gebied dat alleen maar kan worden omschreven als de hel.”