Dat schrijft de NS in een brief aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven, na een motie van de Tweede Kamerleden Amhaouch (CDA) en Schonis (D66). Daarin verzochten zij de regering om de aanschaf van dubbeldekstreinen de standaard te maken nu het steeds drukker wordt op het spoor en treinen in de spits vaak overvol zijn.

De aanleiding voor de motie was de aanschaf van nieuwe enkeldeks-intercity’s door de NS (de ICNG’s), die vanaf 2021 op de hogesnelheidslijn gaan rijden. De NS zegt echter nog volledig achter de aankoop te staan en denkt niet dat de keuze voor de ICNG tot een gebrek aan zitplaatsen zal leiden. “Voor de Intercity-treinseries over de HSL biedt een enkeldekstrein voldoende capaciteit.”

Doordat de ICNG’s aan elkaar gekoppeld kunnen worden, kan er vanaf 2021 met veel langere treinen op de HSL gereden worden dan met het huidige materieel mogelijk is. Daarnaast heeft de NS zoveel treinstellen besteld (99) dat ook een verhoging van de frequentie tot de mogelijkheden behoort.

Bovendien, zo legt het bedrijf uit, zijn er nog geen volledige dubbeldekstreinen beschikbaar die én op het Nederlandse hogesnelheidsspoor kunnen rijden én die aan de eis voldoen om een gelijkvloerse instap te bieden. Het zou wel mogelijk zijn om zo’n trein te laten ontwikkelen op basis van buitenlandse concepten, maar na het Fyra-debacle wil de NS geen experimenten meer.

Halve dubbeldekstreinen
Voor het gewone spoorwegnet (het HRN) overweegt de NS wél om nieuwe dubbeldekstreinen te kopen. Omdat het bij dubbeldekkers lastig is om een gelijkvloerse instap te realiseren vanwege de hoge perrons in Nederland, onderzoekt het bedrijf of het mogelijk is om voor een soort halve dubbeldekkers te gaan (met enkeldeks- én dubbeldeksrijtuigen).

Een voorbeeld van zo’n trein is de Siemens Desiro HC, die al in Duitsland rijdt. Daarbij zijn de koprijtuigen enkeldeks en die daar tussenin dubbeldeks:

De mogelijke aanschaf van dit soort halve dubbeldekkers is echter iets voor de lange termijn. Voor de komende jaren zijn er al genoeg treinstellen besteld om de reizigersgroei op te vangen, zelfs als die groei nog hoger blijkt dan verwacht. Naast de 99 ICNG’s neemt het spoorwegbedrijf ook ruim 200 nieuwe Sprinters in dienst (de SNG).

Dat het spoor al in 2025 overvol dreigt te raken, komt volgens de NS dan ook niet door een gebrek aan materieel maar door een gebrek aan investeringen in de infrastructuur. De NS roept het kabinet op om hier meer geld voor vrij te maken.