DEN HAAG - Het besluit om niet over een gevaarlijke regio te vliegen is nu niet in de juiste handen. Dat maakt dagblad NRC op uit een gesprek met D66-Kamerleden Sjoerd Sjoerdsma en Jan Paternotte.
De regeringspartij van beide politici wil dat luchtvaartmaatschappijen niet langer zelf kunnen beslissen of ze wel of niet over een oorlogsgebied vliegen, maar dat de Europese luchtvaartorganisatie EASA de bevoegdheid krijgt om een gevaarlijk luchtruim te verbieden voor alle Europese luchtvaartmaatschappijen. Sjoerdsma en Paternotte wijzen naar het Amerikaanse model, waarbij luchtvaartautoriteit FAA conflictgebieden verboden kan verklaren voor Amerikaanse maatschappijen.
Aanleiding voor het voorstel van Sjoerdsma en Paternotte is het onbedoeld neerschieten van Ukraine International vlucht PS752 door Iran. Ondanks raketaanvallen op Amerikaanse doelen in Irak sloot Iran het eigen luchtruim niet voor civiel verkeer. Luchtvaartmaatschappijen maakten elk hun eigen afweging om wel of niet boven Irak en Iran te blijven vliegen. Dinsdag brengt D66 het onderwerp naar voren in de Tweede Kamer, de partij hoopt dat een Europese discussie op gang komt.
Sjoersma: "Een van de belangrijkste lessen van MH17 was dat vliegen boven conflictgebieden niet goed is geregeld. Dat is nog steeds niet het geval. Dit is het moment om het alsnog te regelen."