Die allereerste keer dat je in je uppie in die ene specifieke kist stapt, die vanaf dat moment, de rest van je leven, jouw solokist zal zijn, is een herinnering om nooit meer je hersenpan te verlaten. De kist waarin jij voor ’t eerst checklists tegen jezelf mompelt, zorgvuldig je eigen fuel-berekeningen doet, die glimlach om je mond als de motor zelfs in één keer aan wil slaan, het gestotter over de radio en ’t angstzweet wat van je handen af op je broek druppelt tijdens taxiën…
Die van mij was alles behalve zoals ik ‘m gepland had. Mijn eerste solo was in Arizona, USA. Op KFFZ, Falcon Field. Met m’n leraar vlogen we eerst een paar rondjes om te zien of ik er klaar voor was. Even later zetten we de kist weer aan de grond, maakte de instructeur alle papieren in orde, en belde ik zenuwachtig mijn crewmaat op om te vertellen ‘dat het zover was’.
Klasgenoten werden opgetrommeld om langs de zijlijn klaar te staan met camera’s en een auto, waar ik na afloop van de solo mee naar huis vervoerd zou worden voor de fameuze duik in ’t zwembad. M’n doop.
Ik stapte opnieuw in m’n kist en keek argwanend naar de donkere wolken die zich boven Phoenix samenpakten. Mid-monsoon beloofde weinig goeds. De crosswind lag ver boven mijn persoonlijke ‘eerste-solo-limieten’.
Maar met mijn wil om persé dié dag solo te vliegen, en vooral de wil van mijn instructeur om tóch nog ’s avonds uit eten te gaan met z’n date, besloot hij om in no-time te vliegen naar het naastgelegen vliegveld. Dat had namelijk banen die beter lagen voor de wind van dat moment.
Hij stapte uit, en liep in de inmiddels stromende regen bij mijn kistje vandaan.
Ik herinnerde mij hoe ik als een verzopen kat wederom een rondje om de kist huppelde, opnieuw in het vliegtuigje klom, aan de toren de weg vroeg naar de in gebruik zijnde baan, en in versneld tempo checklists doorwerkte.
Zes ‘touch-and-go’s’ zou ik maken, en trots als ik was na m’n eerste - ietwat positieve - landing, was bij rondje drie m’n instructeur, hoogstwaarschijnlijk doorweekt, naar binnen geslopen. Hij hield ’t voor gezien en dronk onder het genot van mijn haperende stem over z’n handheld-radio-scanner ’n kopje koffie in de crewlounge. Prima bekeken, die kerel.
Bij terugkomst op m’n parkeerplaats was de anticlimax compleet: geen klasgenoten die me stonden op te wachten, geen solofilmpje, en niet het ‘voeten-van-de-vloer-totdat-je-in-het-zwembad-ligt’ ritueel. Sterker nog, ik mocht binnen nog even tekenen voor het tanken.
Samen met m’n instructeur en zijn koffie-adem vlogen we terug naar Falcon Field. Drie klasgenoten gooiden me uiteindelijk achterin de pick-up en slingerden me even later toch dat zwembad nog in.
Vandaag, ruim tweeënhalf jaar jaar later, heb ik voor het eerst vol emotie en genot mijn solofilmpje op de Piper-Archer N4145D van zeggen en schrijven 39 seconden nog eens terug gezien. Met daarop de perfecte crosswindlanding van mijn instructeur.
Christa Kloosman