BEMBRIDGE - De Britse vliegtuigbouwer Britten-Norman gaat na meer dan veertig jaar de productie van de B-N Islander en Defender geheel in eigen hand nemen. Met het oog daarop wordt de productie van onderdelen verplaatst van Oost-Europa naar Lee-on-the-Solent in Hampshire. Daar wordt een nieuwe fabriek gebouwd die werk verschaft aan zestig medewerkers.
De 45 jaar oude vliegtuigfabrikant besteedt al sinds 1968 de bouw van onderdelen uit bij een Roemeense onderaannemer. Er worden tegenwoordig nog twee vliegtuigtypes gebouwd; de tweemotorige Islander met zuigermotoren en de in 1994 geïntroduceerde Defender 4000.
Naast een 300 pk Lycoming versie, is de Islander ook leverbaar met 260 pk sterke motoren of Rolls-Royce 250-serie B17C turbopropmotoren. In samenwerking met het uit Australië afkomstige Aero Plastics & Interiors, kan de Islander desgewenst in zakenuitvoering worden geleverd.
Een nieuwe zuigermotor aangedreven Islander is er tegenwoordig vanaf 989.950 dollar. Van de sinds 1966 leverbare Islander zijn meer dan 1.200 exemplaren verkocht.
De sinds 1971 beschikbare driemotorige Trislander was met 40 verkochte toestellen beduidend minder succesvol. De fabriek overweegt echter dit toestel, dat plaats biedt aan achttien passagiers, opnieuw in productie te nemen.
De in 1994 geïntroduceerde Defender 4000 heeft twee Rolls Royce Allison 250-B17F schroefturbines. Het toestel is bedoeld voor patrouillewerk door overheden. Dankzij een maximale vluchtduur van vijf uur kan de tweemotorige Defender worden ingezet voor langdurige missies. B-N wist sinds 2000 meerdere exemplaren te verkopen aan de Britse en buitenlandse overheden.
Achter de B-N Group gaan de gebroeders Abdul Munim en Alawi Zawawi uit Oman schuil. Zij werden in 2000 eigenaar en richtten in dat jaar de B-N Group Limited op.
B-N wil in Lee-on-the-Solent jaarlijks vier tot vijf Defenders gaan bouwen. Ook kunnen de door de Britse overheidsdiensten aangeschafte toestellen er worden onderhouden. De Islanders zullen worden geproduceerd bij het hoofdkantoor in Bembridge op het eiland Wight.
Bekijk de foto op
Van onze redactie
De 45 jaar oude vliegtuigfabrikant besteedt al sinds 1968 de bouw van onderdelen uit bij een Roemeense onderaannemer. Er worden tegenwoordig nog twee vliegtuigtypes gebouwd; de tweemotorige Islander met zuigermotoren en de in 1994 geïntroduceerde Defender 4000.
Naast een 300 pk Lycoming versie, is de Islander ook leverbaar met 260 pk sterke motoren of Rolls-Royce 250-serie B17C turbopropmotoren. In samenwerking met het uit Australië afkomstige Aero Plastics & Interiors, kan de Islander desgewenst in zakenuitvoering worden geleverd.
Een nieuwe zuigermotor aangedreven Islander is er tegenwoordig vanaf 989.950 dollar. Van de sinds 1966 leverbare Islander zijn meer dan 1.200 exemplaren verkocht.
De sinds 1971 beschikbare driemotorige Trislander was met 40 verkochte toestellen beduidend minder succesvol. De fabriek overweegt echter dit toestel, dat plaats biedt aan achttien passagiers, opnieuw in productie te nemen.
De in 1994 geïntroduceerde Defender 4000 heeft twee Rolls Royce Allison 250-B17F schroefturbines. Het toestel is bedoeld voor patrouillewerk door overheden. Dankzij een maximale vluchtduur van vijf uur kan de tweemotorige Defender worden ingezet voor langdurige missies. B-N wist sinds 2000 meerdere exemplaren te verkopen aan de Britse en buitenlandse overheden.
Achter de B-N Group gaan de gebroeders Abdul Munim en Alawi Zawawi uit Oman schuil. Zij werden in 2000 eigenaar en richtten in dat jaar de B-N Group Limited op.
B-N wil in Lee-on-the-Solent jaarlijks vier tot vijf Defenders gaan bouwen. Ook kunnen de door de Britse overheidsdiensten aangeschafte toestellen er worden onderhouden. De Islanders zullen worden geproduceerd bij het hoofdkantoor in Bembridge op het eiland Wight.
Bekijk de foto op
Van onze redactie