HOOFDDORP - De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft in de eerste paar maanden van dit jaar 204 vergunningen afgegeven voor het professioneel vliegen met lichte drones. Dat is nu al meer dan de invoering van de nieuwe regels, in juli 2016.
De zogeheten ROC-light vergunning kan aangevraagd worden door bedrijven die vluchten willen uitvoeren met drones in de gewichtsklasse tot vier kilo. Daarvoor gelden lichtere eisen, maar ook meer beperkingen.
Sinds de invoering van de huidige regelgeving rond het vliegen met drones haalden bijna zeventig droneprofessionals hun ROC-light licentie. Voor de zwaardere drones kregen 32 bedrijven een vergunning.
ROC en ROC-light
Mensen die bedrijfsmatig met drones tussen de 0 en 150 kilo willen vliegen hebben een RPAS Operation Certificate (ROC-vergunning of ROC-light vergunning) nodig. Welke vergunning nodig is, hangt af van het gewicht van de drone. En van de vraag waar, hoe hoog en hoe ver de operator wil vliegen. Is de drone zwaarder dan 4 kilo, dan is een ROC verplicht. Is de drone lichter dan kan de operator ook kiezen voor een ROC-light vergunning.
Voor deze vergunning gelden veel minder eisen, maar er mag ook minder hoog en ver mee gevlogen worden. De drone mag tijdens de vlucht niet hoger dan vijftig meter boven de grond en niet verder dan honderd meter van de piloot verwijderd zijn. Daarnaast geldt altijd een bufferzone van 50 meter tussen de drone en omstanders.
De vergunninghouders zijn met hun drones vooral actief op het gebied van film, landbouw, onderzoek, offshore en industrie. De ILT publiceert elke maand een overzicht van vergunninghouders op haar website.