Boeing heeft voor het eerst in ruim drie maanden weer een 777 kunnen leveren. De Freighter, de enige Triple Seven-variant die nog beschikbaar is, vertrok maandag vanuit de fabriek in Everett naar EVA Airways in Taipei. Door een gebrek aan motoren was het al sinds eind december geleden dat Boeing nog een 777F aan een klant kon overdragen.
De motoren voor de Triple Seven worden gebouwd door General Electric, maar dat bedrijf heeft op zijn beurt ook weer problemen met toeleveranciers. Daardoor stonden er vorige week maar liefst elf 777F’s bij de fabriek op motoren te verwachten, meldt persbureau Bloomberg. In jargon worden dat ‘gliders’ genoemd. Dat kost de toch al zo geplaagde vliegtuigbouwer veel cashflow.
Een 777 Freighter kost gemiddeld zo’n 105 miljoen dollar (iets minder dan 100 miljoen euro) en vliegtuigen worden pas bij de levering betaald.
De vrachtversie is voorlopig de enige Triple Seven die Boeing überhaupt mag leveren, want de oude passagiersversie wordt al jaren niet meer gebouwd en de nieuwe generatie wacht nog altijd op certificering. De eerste 777-9-passagiersjets (de opvolger van de 777-300ER) hadden eigenlijk al in 2020 aan Emirates en Lufthansa geleverd moeten worden, maar dat is uitgesteld tot 2025.
Cijfers eerste kwartaal
Boeing leverde in het eerste kwartaal van dit jaar in totaal 83 verkeersvliegtuigen: geen 777's, maar wel 67 Boeing 737's, 3 Boeing 767's en 13 Boeing 787's. De vliegtuigbouwer had daarbij ook last van de productiebeperkingen van de 737 MAX na het incident met een Alaska Airlines-toestel in januari, dat een deurpaneel verloor. De productie werd daarna onder verscherpt toezicht gesteld.
Concurrent Airbus leverde in hetzelfde kwartaal bijna twee keer zoveel vliegtuigen: 142.
De Boeing 777F die maandag geleverd is: