DEN HAAG - Luchtvaartmaatschappijen die vliegtuigen na maanden van stilstand weer in dienst nemen moeten die beter controleren. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) na incidenten met toestellen van Transavia en TUI fly.
Een Boeing 737-700 van Transavia moest in april na vertrek vanaf Rotterdam The Hague Airport uitwijken naar Schiphol, omdat de piloten onjuiste informatie over de snelheid en vlieghoogte kregen. Een Boeing 737-800 van TUI fly had daarmee in november vorig jaar ook te kampen.
Volgens de OVV kwam dat doordat bij één van de genoemde voorvallen een afdekking niet was verwijderd, bij het andere voorval waren enkele leidingen niet correct aangesloten.
Met de uitgebrachte waarschuwing wil de Onderzoeksraad luchtvaartmaatschappijen alert maken op de veiligheidsrisico’s die kunnen ontstaan wanneer vliegtuigen na een periode van stilstand weer in gebruik worden genomen. De verwachting is dat dit met de versoepeling van de coronamaatregelen de komende maanden veelvuldig gebeurt.
De oproep geldt niet alleen voor Transavia en TUI fly, maar ook voor KLM en Corendon Dutch Airlines. Alle vier Nederlandse luchtvaartmaatschappijen zagen zich door de teruggelopen vraag tijdens de coronacrisis genoodzaakt een deel van hun vloot langdurig aan de grond te houden.