WASHINGTON - De vloot van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij Transair staat voorlopig aan de grond. De Amerikaanse luchtvaartdienst FAA heeft tekortkomingen geconstateerd bij het bedrijf, die mogelijk resulteerden in de noodlanding die een Boeing 737 begin juli in zee moest maken.
Op 2 juli zag de bemanning van een Boeing 737-200 zich genoodzaakt om wegens een motorstoring, die kort na vertrek vanaf Honolulu optrad, in zee te landen. De twee vliegers konden worden gered, maar raakten wel gewond bij het incident. Het vliegtuig zonk naar de zeebodem.
Volgens de Amerikaanse luchtvaartdienst lag Rhoades Aviation, het moederbedrijf van Transair, al langer onder een vergrootglas. Er zou van alles mis zijn met het onderhoudsregime en de veiligheidscultuur bij het bedrijf.
Voorlopig is Rhoades niet langer geautoriseerd om onderhoud aan haar vloot te plegen, waardoor er feitelijk niet meer gevlogen kan worden.
Het bedrijf verzorgt al meer dan veertig jaar vrachtvluchten tussen de verschillende Hawaïaanse eilanden.