De bouw van de A-pier op Schiphol gaat bijna 1,4 miljard euro kosten. Dat is zo’n 900 miljoen euro meer dan aanvankelijk was begroot. Volgens Schiphol kan de nieuwe pier in april 2027 in gebruik worden genomen, na jaren van problemen bij de bouw. “Een hoofdpijnproject”, zo omschrijf Sybren Hahn, Executive Director Schiphol Infrastructure het dossier.
“Het is duidelijk dat hoofdpijnproject A-pier verre van vlekkeloos is verlopen onder de vorige aannemer”, aldus Hahn.
“Vertraging, kwaliteitsproblemen en een juridisch conflict, dat droeg allemaal niet bij aan de voortgang. In december 2026 krijgen wij de sleutels van de nieuwe A-pier, waarna we binnen een aantal maanden de nieuwe systemen operationeel testen en honderden collega's en luchthavenpartners leren werken in de nieuwe omgeving. In april 2027 openen wij vervolgens de deuren voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen. Tot dat moment moet er nog veel gebeuren. Samen met BAM zetten we de schouders eronder.”
Extra ruimte
De A-pier wordt vanbinnen 55.000 vierkante meter groot en kan acht vliegtuigen tegelijk afhandelen, waaronder drie widebody’s. De pier had eigenlijk al bijna klaar moeten zijn, maar kwaliteitsproblemen zorgden ervoor dat Schiphol het contract met de oorspronkelijke aannemerscombinatie TAV en Ballast Nedam ontbond. BAM gaat de pier nu afbouwen.
De extra kosten van 900 miljoen euro zijn volgens Schiphol ontstaan door het extra werk wat nodig is om de pier gereed te maken. De luchthaven stelt in gesprek te gaan met luchtvaartmaatschappijen die bang zijn dat de kosten op hen en hun passagiers verhaald gaan worden.
“We zullen in die gesprekken daarom meer inzicht geven in het project en ook uitleggen hoe Schiphol met de kosten ervan wil omgaan. Het is goed om te benadrukken dat de invloed van individuele projecten op de tarieven echter maar zeer beperkt is. Dat geldt dus ook voor de totale projectkosten van de A-pier, die we na ingebruikname meenemen in de tarieven.”