BEIJING - China is van plan om zelf grote verkeersvliegtuigen te gaan bouwen en daarmee de concurrentie aan te gaan met Boeing en Airbus. De bouw van deze toestellen moet in 2020 van start gaan, zei een bestuurder van de ontwikkelingsafdeling van China Aviation Industry Corporation (AVIC I) tegenover het Chinese persbureau Xinhua.

Volgens de topman is China nu al bijna in staat zelf grote vliegtuigen te bouwen. Momenteel is AVIC I bezig met de ontwikkeling van de ARJ21, een in China ontwikkelde regional jet voor 70 tot 110 passagiers. Het eerste exemplaar maakt later dit jaar de eerste vlucht.

De ontwikkeling van de vliegtuigindustrie heeft in China een hoge prioriteit omdat verwacht wordt dat tot 2025 ruim 2200 nieuwe toestellen nodig zijn in het land. De regering wil dat de eigen industrie een deel van die markt in handen krijgt.

Nu nog worden vliegtuigen afgenomen bij buitenlandse vliegtuigbouwers als Boeing, Airbus, Embraer en Bombardier. Airbus wil binnen enkele jaren starten met de bouw van toestellen uit de A320-serie in China.

China wil in 2010 het ontwerpproces van het nieuwe toestel afgerond hebben. Het wil ook zelf de vliegtuigmotoren produceren. Een groot Chinees verkeersvliegtuig zal waarschijnlijk voornamelijk op de thuismarkt verkocht worden.