DELFT - Door de start- en landingsbanen die vliegtuigen krijgen toegewezen flexibeler te plannen zijn overlast en vertragingen te bestrijden. Dat is de stelling van ingenieur Frizo Vormer, die vandaag (8 december) op dit onderwerp promoveert aan de TU Delft. Volgens Vormer is het mogelijk om het baangebruik op luchthavens te optimaliseren zodat de doorstroom van vluchten optimaal is, de milieubelasting wordt beperkt en er minder over bewoond gebied wordt gevlogen.
Luchthavens vormen volgens Vormer een knelpunt in het huidige luchtvervoersysteem. Dit uit zich in groeiende vertragingen, emissies en geluidsoverlast. Het is mogelijk om de vorm van de te vliegen banen zo te kiezen dat vertragingen of milieubelasting minimaal zijn. Momenteel wordt bij aankomende vliegtuigen echter nog uitgegaan van standaardbanen (en aanpassingen daarvan). Het implementeren van een geoptimaliseerde baan is immers vaak moeilijk. Snelheids- en hoogtebeperkingen en ad hoc instructies van verkeersleiders belemmeren dit.
De Delftse onderzoeker Frizo Vormer stelt daarom voor om vliegbanen voor landende vliegtuigen strategischer te plannen en om deze flexibel te maken, dat wil zeggen te optimaliseren op basis van wat er op dat moment wenselijk is. Bij die aanpak heeft dus de ene keer een vliegbaan die de geluidsoverlast beperkt de voorkeur, terwijl dat een andere keer een vliegbaan is die helpt om vertragingen te bestrijden.
Vormer heeft de voor- en nadelen van deze flexibele vliegbanen voor de luchthaven Schiphol onderzocht. Zijn analyse toont aan dat deze aanpak kan resulteren in een hogere doorvoer, minder milieubelasting en in vluchten die minder vaak woongebieden kruisen.
Het plannen van flexibele vliegbanen is tot nu toe hoofdzakelijk beperkt gebleven tot het luchtverkeer dat niet in de buurt van de luchthavens plaatsvindt (en-route verkeer). Voor het aankomende verkeer blijven de standaardbanen, zoals gezegd, gewoonlijk gehandhaafd. De reden hiervoor is de (verwachte) hoge moeilijkheidsgraad van flexibele banen voor vliegers en verkeersleiders. De taken van vliegers en verkeerleiders (de task demand load) zijn in de aankomstfase immers toch al relatief ingewikkeld en uitgebreid.
Vormer heeft de task demand load voor vliegers en verkeersleiders onderzocht, onder meer in een vluchtsimulator. De analyse gaf inderdaad aan dat de task demand load voor zowel de vlieger als de verkeersleider mogelijk hoger wordt als de flexibele aankomstbanen worden gebruikt.
Vormer heeft echter ook aangetoond dat modernere displays in vliegtuigen (die momenteel in ontwikkeling zijn), de task demand load kunnen verminderen. Deze displays zouden het mogelijk kunnen maken om complexere banen te vliegen met een nog steeds acceptabele task demand load.
Luchthavens vormen volgens Vormer een knelpunt in het huidige luchtvervoersysteem. Dit uit zich in groeiende vertragingen, emissies en geluidsoverlast. Het is mogelijk om de vorm van de te vliegen banen zo te kiezen dat vertragingen of milieubelasting minimaal zijn. Momenteel wordt bij aankomende vliegtuigen echter nog uitgegaan van standaardbanen (en aanpassingen daarvan). Het implementeren van een geoptimaliseerde baan is immers vaak moeilijk. Snelheids- en hoogtebeperkingen en ad hoc instructies van verkeersleiders belemmeren dit.
De Delftse onderzoeker Frizo Vormer stelt daarom voor om vliegbanen voor landende vliegtuigen strategischer te plannen en om deze flexibel te maken, dat wil zeggen te optimaliseren op basis van wat er op dat moment wenselijk is. Bij die aanpak heeft dus de ene keer een vliegbaan die de geluidsoverlast beperkt de voorkeur, terwijl dat een andere keer een vliegbaan is die helpt om vertragingen te bestrijden.
Vormer heeft de voor- en nadelen van deze flexibele vliegbanen voor de luchthaven Schiphol onderzocht. Zijn analyse toont aan dat deze aanpak kan resulteren in een hogere doorvoer, minder milieubelasting en in vluchten die minder vaak woongebieden kruisen.
Het plannen van flexibele vliegbanen is tot nu toe hoofdzakelijk beperkt gebleven tot het luchtverkeer dat niet in de buurt van de luchthavens plaatsvindt (en-route verkeer). Voor het aankomende verkeer blijven de standaardbanen, zoals gezegd, gewoonlijk gehandhaafd. De reden hiervoor is de (verwachte) hoge moeilijkheidsgraad van flexibele banen voor vliegers en verkeersleiders. De taken van vliegers en verkeerleiders (de task demand load) zijn in de aankomstfase immers toch al relatief ingewikkeld en uitgebreid.
Vormer heeft de task demand load voor vliegers en verkeersleiders onderzocht, onder meer in een vluchtsimulator. De analyse gaf inderdaad aan dat de task demand load voor zowel de vlieger als de verkeersleider mogelijk hoger wordt als de flexibele aankomstbanen worden gebruikt.
Vormer heeft echter ook aangetoond dat modernere displays in vliegtuigen (die momenteel in ontwikkeling zijn), de task demand load kunnen verminderen. Deze displays zouden het mogelijk kunnen maken om complexere banen te vliegen met een nog steeds acceptabele task demand load.