IATA: prestaties maatschappijen in wereldregio"s verschillen enorm

30 mei 2005 - 2:00
TOKYO - De hoge brandstofprijzen blijven de luchtvaartindustrie bedreigen. Dat stelde Giovanni Bisignani, het hoofd van de International Air Transport Association (IATA), vandaag (30 mei) op een bijeenkomst van de luchtvaartorganisatie in Tokyo. Ook voor 2005 wordt rekening gehouden met grote verliezen.

De gezamenlijke uitgaven van luchtvaartmaatschappijen in de wereld aan brandstof, komt volgens de IATA dit jaar uit op 83 miljard dollar. Dat is een stijging van 113 procent ten opzichte van de 39 miljard dollar in 2003.

Het gezamenlijk financiële resultaat van de luchtvaartmaatschappijen in de wereld bedroeg vorig jaar 4,8 miljard dollar negatief. De verschillen tussen de luchtvaartbedrijven in de wereld zijn echter verbazingwekkend, constateert Bisignani.

Amerikaanse vliegmaatschappijen presteren overduidelijk het minst. In de VS liep het verlies op tot negen miljard euro. Aziatische en Europese maatschappijen zetten daar een winst van respectievelijk 2,6 miljard en 1,4 miljard dollar tegenover.

In het Midden-Oosten boekten luchtvaartmaatschappijen dankzij een sterke groei van het luchtverkeer een winst van honderd miljoen dollar. In Zuid-Amerika verschillen de onderlinge prestaties flink. Sommige bedrijven maken winst, maar de meerderheid is technisch gezien failliet. Toch kwam het in Zuid-Amerika gezamenlijk nog bijna tot een break-even.

Afrikaanse luchtvaartmaatschappijen noteerden een verlies van 150 miljoen dollar.

Volgens Bisignani zijn er dringend maatregelen nodig om de winstgevendheid in de luchtvaartindustrie te doen toenemen. Te weinig maatschappijen noteren zwarte cijfers. Volgens de IATA-topman zijn de marges echter onacceptabel voor een industrie waarin jaarlijks 400 miljard dollar omgaat.


Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen