ANTWERPEN - Om een nieuwe ramp zoals met vlucht MH17 te voorkomen moet een internationale instantie worden ingesteld die luchtvaartmaatschappijen snel waarschuwt bij dreigende situaties in het luchtruim. Daarvoor pleit de luchtvaartjurist Arthur Flieger.
Morgen is het vijf maanden geleden dat een toestel van Malaysia Airlines op weg van Amsterdam naar Kuala Lumpur boven Oost-Oekraïne werd neergehaald. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven. De precieze toedracht van de ramp wordt nog onderzocht, maar veel wijst erop dat de MH17 is neergehaald door een raket.
"Ook nu nog bepaalt elke maatschappij op eigen houtje of het veilig is om over een bepaald gebied te vliegen", aldus Flieger."Dit doet ze op basis van informatie van de luchtverkeersleiding en de eigen overheid. Op dit ogenblik is er geen verplichting om die informatie met andere carriers te delen."
Burgervliegtuigen mochten ten tijde van de ramp met de MH17 over het oorlogsgebied in Oekraïne vliegen, mits de minimale vlieghoogte werd gerespecteerd. Op het moment dat de MH17 neerstortte, bevonden zich volgens Flieger nog drie andere passagiersvliegtuigen in de omgeving.
"Uit gegevens blijkt dat sommige luchtvaartmaatschappijen op de hoogte waren van het gevaar voor luchtdoelraketten in het Oost-Oekraïense luchtruim, maar anderen niet. Zo hadden de VS de Amerikaanse carriers al verboden om boven Oost-Oekraïne te vliegen. Indien die informatie was gedeeld met alle carriers, dan zouden alle maatschappijen het luchtruim boven Oost-Oekraïne gemeden hebben", aldus Arthur Flieger.