Aanleiding voor de vragen is een uitzending van de NOS. De omroep meldde zaterdag dat Oekraïne een groep diplomaten een aantal dagen voor de ramp heeft bijgepraat over de veiligheid van het luchtruim. Op de bijeenkomst werd verteld dat een Oekraïens vrachtvliegtuig door een raket was neergehaald. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken was er een Nederlandse diplomaat, werkzaam op de ambassade in Kiev, aanwezig bij deze bijeenkomst.

Volgens Omtzigt is de informatie over het neerhalen van dit vrachtvliegtuig cruciaal, omdat dit toestel op 6 à 7 kilometer hoogte vloog. Gevechtsmateriaal dat een vliegtuig op die hoogte kan raken, kan ook een vliegtuig op 10 kilometer treffen, stelt het Kamerlid. Omtzigt wil daarom van het kabinet weten wat het indertijd met deze informatie heeft gedaan en welke afwegingen er zijn gemaakt. Volgens hem hebben meerdere vliegmaatschappijen na die bijeenkomst besloten niet meer over het gebied te vliegen.

Omtzigt zegt al eerder vragen te hebben gesteld over de informatie die beschikbaar was over neergeschoten vliegtuigen boven Oekraïne vóór de ramp, maar heeft daar tot nu toe nog geen antwoord op gekregen.