LELYSTAD - Op 12 november is het tachtig jaar geleden dat een Nederlandse vrouw een Nederlands vliegbrevet behaalde. Mejuffrouw E.M.M. ‘Beppie’ Versluys uit Delft kreeg het document een week later feestelijk uitgereikt op het Rotterdamse vliegveld Waalhaven. Daarover schrijft het historisch luchtvaarttijdschrift Logboek in de meest recente uitgave.


Beppie Versluys was overigens niet de eerste Nederlandse pilote. Al bijna twintig jaar eerder, op 5 juni 1911, behaalde de Nederlandse Beatrix de Rijk een internationaal vliegbrevet bij de FAI, de Fédération Aéronautique Internationale. Dat is volgend jaar dus een eeuw geleden.

Volgens Logboek werd in 1909 mevrouw W. Pottum-Ruitman de eerste vrouwelijke ballonvaarder van Nederland. De Ierse Lady Heath was in 1928 (tijdelijk) de eerste vrouwelijke vlieger in dienst van de KLM.

Aan bod komen ook de eerste vrouwelijke gezagvoerder in Nederland (Cockie van Giessel, Transavia)) en de eerste vrouwelijke piloot van een jachtbommenwerper van de Koninklijke Luchtmacht, Nellie Speerstra in 1986.

Duizend vrouwen
Uit gegevens van de brevetverstrekkende organisatie KIWA blijkt dat momenteel 1.008 vrouwen in Nederland over een vliegbrevet beschikken. Daarvan hebben er 172 een ATPL (Airline Transport Pilot License), een brevet waarmee ze verkeersvliegtuigen met een dubbele cockpitbemanning mogen vliegen.

Navraag van de redactie van Logboek bij de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen leert dat van die vrouwelijke verkeersvliegers er 105 in dienst zijn bij de KLM. Bij transavia.com vliegen er 36, negen bij Martinair en twee bij ArkeFly.

Daarnaast beschikken momenteel twintig vrouwen binnen de Koninklijke Luchtmacht over een Groot Militair Brevet. Geen van hen vliegt nu op de F-16 straaljager, maar in het verleden hebben er drie dat wel gedaan.

Van onze redactie