TOKIO - De Japanse regering is op zoek naar twee nieuwe regeringsvliegtuigen voor de reizen van de premier en die van de keizer. Dit hebben bronnen in Tokio dinsdag gezegd. Japan beschikt nu over twee Boeing 747-400's voor het officiële vervoer. De opties waar de regering van Shinzo Abe naar kijkt is de Boeing 777 of de Airbus A350. De Amerikaanse en de Europese fabrikant hebben inmiddels hun offertes ingediend in Tokio.

De twee Japanse regerings-Boeings, Japanese Air Force One en Japanese Air Force Two genoemd, dateren beide van 1991. Hoewel de twee toestellen technisch gezien nog vele jaren mee zouden kunnen is er een nieuwe generatie vliegtuigen op de markt gekomen die vele malen efficiënter is in het brandstofgebruik.

Waarnemers in Tokio gaan ervan uit dat premier Abe opnieuw voor Boeings zal kiezen, maar regeringswoordvoerders benadrukken dat er "onpartijdig" naar de offertes van beide fabrikanten zal worden gekeken.

All Boeing
Japan is een land dat na 1945 sterk gericht was op Amerika; Boeing en andere Amerikaanse vliegtuigbouwers waren daarom decennialang de enige leveranciers van civiele vliegtuigen aan airlines in het Land van de Rijzende Zon.

Daar is deze eeuw verandering ingekomen. Verscheidene maatschappijen, waaronder marktleider ANA hebben nu ook Airbussen in hun vloot. Flag carrier Japan Airlines heeft nog uitsluitend Boeings, maar krijgt vanaf 2019 ook de Airbus A350, waarvan het 21 stuks heeft besteld.

De Japanse regering zegt deze zomer de knoop te willen doorhakken over de nieuwe regeringstoestellen. In 2019 zouden de vliegtuigen dan in dienst moeten komen. Tokio heeft 135 miljard yen (1,3 miljard dollar) beschikbaar voor de aankoop en het ombouwen van de toestellen.

De catalogusprijzen van de Boeing 777 en de Airbus A350 liggen beide rond de 300 miljoen dollar per stuk. Het inrichten van de toestellen tot luxe vliegende hotels slokt nog eens een behoorlijk deel van het budget op, terwijl in het geoormerkte bedrag ook de eerste vijf jaar van de vluchten zit verwerkt.

Van onze redactie