Er zijn maar weinig mensen in Nederland die weten hoe je een goeie clubsandwich moet maken. Meestal wordt er wat geknoeid met geïnjecteerd kippenvlees, sla en plakken watertomaat, waardoor er een straal drabbig water uit je sandwich loopt, op het moment dat je het voedsel naar de mond brengt. De hap die je vervolgens neemt perst de rest van het tomaatwater ìn het brood, zodat je consumptie als een verregende Woonkrant in je handen achterblijft. Ten einde raad sleur je de dierlijke overblijfselen maar met een cocktailprikker door de mayo, spoelt ze weg met koffie en verlaat teleurgesteld het etablissement.
Enfin, u begrijpt: bij Gerard en Wilma Flantua op Lelystad ligt dat allemaal anders. Heel anders. Ik veins namelijk al jaren dat ik iets met die suffe sportvliegtuigen en die knetterende helikopters aldaar heb, maar feitelijk rij ik twee keer per week naar EHLE om me daar vol te stouwen met hun heerlijke Clubsandwiches, Broodjes-Cessna, -Archer en -Mooney.
Tsja, en nu dreigen ze uit hun pand gezet te worden door de huurbaas. Die wil het vervolgens weer verhuren aan een vliegschool, heb ik begrepen. Ruud Vos, de bedenker van de kreet boven dit stukje, kent zoals altijd weer de precieze politieke verwikkelingen. Ik weet alleen: dat mag natuurlijk niet gebeuren.
Daar komt nog bij: een vliegveldrestaurant runnen is niet makkelijk. De persoonlijke en economische drama’s kunnen we al decennia lang op alle vliegvelden (EHHV, EHTX, EHHO, EHTE) volgen. In de zomer moet je miljard dagjesmensen bedienen, die niet op kwaliteit letten, maar alleen op snelheid en prijs. Maar het hele jaar door moet je de kleine, vaste bevolking van het vliegveld te vriend houden, die eigenlijk alleen maar let op kwaliteit. Een hakkenbar runnen, terwijl je ook Rolexxen repareert, zoiets.
De Flanten hebben de truuk door. Maar worden zij en hun perfecte crew veroordeeld tot een andere locatie, dan is een belangrijk deel van de charme eraf. En ik vrees dat zelfs deze club op kwaliteit alléén het niet lang volhoudt. Ik zeg daarom met Ruud: hou Flant in z’n pand!
Goof Bakker