“Zou jij de Uiver willen vliegen?” Deze vraag van Aviodome-directeur Arno van der Holst veranderde mijn leven. Het nationale luchtvaartmuseum was van plan om de enige DC-2 die nog in de wereld rondvloog naar Nederland te halen. Het vliegtuig was een exacte kopie van de Uiver, de KLM DC-2 die in 1934 wereldberoemd werd door als tweede te eindigen in de luchtrace van Londen naar Melbourne in Australië.
De hele wereld was verbijsterd toen directeur Plesman de gloednieuwe DC-2 als gewone KLM-vlucht, inclusief passagiers en post, inschreef voor de MacRobertson luchtrace naar Australië. Een kleine week lang zat heel Nederland aan de radio gekluisterd om de race te volgen en te horen hoe de Uiver wereldnieuws werd. Het was een race, maar ondertussen vloog de KLM supersnel, veilig en betrouwbaar naar de andere kant van de wereld en de naam van de nog jonge luchtvaartmaatschappij was definitief gevestigd.
Het was dus niet zo gek dat ons nationale luchtvaartmuseum de laatste vliegende DC-2 naar Nederland wilde halen. Het was wel gek dat ik gevraagd werd om dat vliegtuig te vliegen. Het was een klassiek voorbeeld van toeval, ik was op het juiste moment op de juiste plek. Samen met de twee andere vliegers, Dick Algra en Bruce Simpson, vertrok ik in het voorjaar van 1999 naar Amerika, waar het vliegtuig door een team van gedreven museumvrijwilligers werd geprepareerd voor de overtocht. We moesten alleen nog even leren vliegen op het klassieke vliegtuig. De allerlaatste DC-2 instructeur was bereid gevonden om ons in deze tijdmachine voor het vereiste examen klaar te stomen. Starten en landen met een groot staartwielvliegtuig zonder enige hydraulische hulp bij de besturing, vergde heel veel inspanning en oefening. Gelukkig kwamen we goed door onze examens en het avontuur kon beginnen. De technische ploeg onder leiding van Marc Westenberg had het vliegtuig perfect geprepareerd en zo kwam het dat we na een enerverende reis over de Atlantische Oceaan in de zomer van 1999 door enkele tienduizenden mensen op Schiphol onthaald werden. De Uiver was terug op het oude nest. De resterende weekenden van dat jaar hebben we alle Nederlandse vliegvelden met een bezoek vereerd, waarbij ook weer tienduizenden mensen kwamen kennismaken met een vliegend stukje Nederlandse en KLM-geschiedenis.
Het was een enorme ervaring en eer om de Uiver gevlogen te hebben en ik zou er morgen direct weer instappen, ware het niet dat het toestel al een jaar of tien alleen op de grond te zien is in het Aviodrome op Lelystad. Dankzij de inspanningen van de vakbekwame onderhoudsploeg die als vrijwilligers aan het museum verbonden zijn, is onze Nederlandse DC-2 in topconditie en zou vandaag nog kunnen vliegen. Helaas houden financiële en andere belangen dit stukje Nederlandse luchtvaarthistorie al jaren stevig aan de grond. Ik hoop echt van harte dat onze Uiver ooit weer te zien is waar zij thuishoort, in de lucht!
Jan Cocheret
[email protected]
Deze column verscheen eerder in Luchtvaartnieuws Magazine. Lees iedere maand de nieuwste column van Jan Cocheret in het magazine.