Kleine luchtvaart in Nederland tien keer zo onveilig als de grote

28 januari 2014 - 16:25

DEN HAAG - De grote luchtvaart in Nederland is veel veiliger dan de luchtvaart met kleine toestellen. Dit concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een dinsdag gepubliceerd rapport. Tussen 2005 en 2012 eindigden in Nederland vier op de miljoen vluchten in de kleine luchtvaart in een fataal ongeval. Daarmee is de kleine luchtvaart een factor tien onveiliger dan de grote luchtvaart, waar vier op de tien miljoen vluchten in een fataal ongeval eindigen.

Het aantal dodelijke slachtoffers bij de kleine luchtvaart komt voor de onderzochte periode van zes jaar uit op 1,2 doden per duizend luchtvaartuigen. In vergelijking met andere vormen van transport zijn deze ongevalscijfers hoog. In het wegverkeer vielen per duizend (bestel)auto’s jaarlijks 0,05 doden en per duizend motoren 0,12 doden.

Vliegvaardigheid
De OVV noemt als belangrijkste reden voor het grote aantal ongelukken de tekortschietende vliegvaardigheid en risicoperceptie van de piloten. Technische mankementen en de weersomstandigheden zijn volgens de raad in veel mindere mate debet aan de ongelukken. De OVV zegt dat piloten in de kleine luchtvaart - in het Engels aangeduid met ‘general aviation’ - hun vliegvaardigheid en kennis beter op peil moeten houden.

"De sector moet zich meer bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid voor de vliegveiligheid. Piloten, vliegclubs, -scholen en vliegbedrijven en belangenorganisaties in de kleine luchtvaart zijn aan zet om de veiligheid van de kleine luchtvaart te verbeteren. De verplichting tot de invoering van een veiligheidsmanagementsysteem (VMS light) biedt mogelijkheden om veiligheid op korte termijn op de agenda te zetten", zo schrijft de Raad in haar rapport.

Stijging
Aanleiding voor het onderzoek van de onderzoeksraad waren de sterk stijgende ongevalcijfers van de kleine luchtvaart in Nederland in 2012. In de voorafgaande periode, 2005-2011 waren er gemiddeld tien ernstige incidenten en elf ongevallen per jaar; in 2012 was plotseling een stijging te zien. Er waren in dat jaar zeventien ernstige incidenten en 22 ongevallen, met vijf doden en zeven zwaargewonden.

Onderwerp van onderzoek waren zweefvliegtuigen en vaste vleugelvliegtuigen met een maximale startmassa van 5670 kg (aangedreven door zuigermotor(en) of één turbopropmotor). Het onderzoek heeft daarmee betrekking op ongeveer zestig procent van de Nederlandse vloot (1674 luchtvaartuigen in 2012). Het gaat om recreatieve, commerciële (vooral instructievluchten) en maatschappelijke vluchten (onder andere politie- en inspectievluchten).

Database
De Raad heeft 189 voorvallen tussen 2005 en 2012 uit de eigen database geanalyseerd, statistieken verzameld, een enquête onder piloten gehouden en diverse partijen uit zowel de branche als de overheid geïnterviewd (o.a. vliegclubs, vliegscholen, brancheorganisaties, de Inspectie Leefomgeving en Transport).

De voorvallen waarbij de meeste doden en gewonden vielen, waren de ongevallen waarbij het luchtvaartuig overtrokken raakte en neerstortte, gevolgd door de ongevallen waarbij de piloot gedesoriënteerd raakte door mist of bewolking en het toestel tegen de grond vloog en de botsingen in de lucht. Voorvallen die vaak voorkwamen maar meestal niet ernstig afliepen, waren nood- of voorzorgslandingen na een motorstoring en de voorvallen waarbij de piloot de controle over het toestel verloor tijdens de landing.

"De analyse van de voorvallen biedt overigens geen duidelijke verklaring van de piek in 2012", zegt de OVV. "Mogelijk is er sprake van toeval. In heel Europa daalde het aantal ongevallen in de kleine luchtvaart in 2012." De Raad wil de cijfers langer in de gaten houden om een eventuele trend te bepalen.

Toezicht
De OVV wijst er verder op dat de inspanningen van de overheid op het gebied van toezicht, inspecties en actieve campagnes in de kleine luchtvaart de afgelopen jaren zijn verminderd en wijst de kleine luchtvaart op de eigen verantwoordelijkheid.

"De overheid richt zich vooral op de veiligheid in de grote luchtvaart, waar grote hoeveelheden betalende passagiers worden vervoerd. Voor een voldoende niveau van vaardigheden en risicoperceptie van de piloten in de kleine luchtvaart is het onvoldoende als de sector zich enkel aan de wettelijke eisen houdt. Voldoende veiligheid kan alleen worden bereikt wanneer de sector zelf aanvullende maatregelen neemt, zoals het organiseren van opfriscursussen en verplichte veiligheidsbijeenkomsten."

Van onze redactie

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen