DENVER - Vliegtuigfabrikant Boom Supersonic gaat zelf de motoren ontwikkelen om de Overture, een supersonisch passagiersvliegtuig, aan te drijven. Er werd naarstig gezocht naar een geschikte krachtbron nadat de samenwerking met Rolls-Royce afgelopen september werd beëindigd.
De Overture moet de ‘opvolger’ worden van de legendarische Concorde en gaat, als de ontwikkeling voorspoedig verloopt, nog voor het einde van dit decennium de lucht in. Aan boord is plek voor maximaal 80 passagiers, die met mach 1.7 (2.082 kilometer per uur) over een afstand van een kleine 8.000 kilometer vervoerd worden.
Om supersonisch te vliegen zijn krachtige motoren nodig. Aanvankelijk zou Rolls-Royce die leveren, maar Boom besloot niet verder te gaan met de Britse vliegtuigmotorfabrikant. In plaats daarvan is nu besloten om samen met Florida Turbine Technologies (FTT) en, op bescheiden schaal, General Electric te werken aan een eigen motor, met de naam Symphony. Die moet niet alleen genoeg stuwkracht leveren om sneller dan het geluid te vliegen, maar ook relatief stil zijn en op duurzame kerosine lopen.
Partner FTT heeft uitgebreide ervaring met straalmotoren, en leverde onder andere een bijdrage aan de ontwikkeling van de krachtbronnen van de F-22 Raptor en F-35 Lightning II, ook wel bekend als de JSF. General Electric, dat ook bij het project betrokken wordt, is op dit moment één van de grootste fabrikanten van vliegtuigmotoren ter wereld, en biedt onder andere aandrijving voor een scala aan passagiers- en vrachtvliegtuigen. Voor de Symphony levert dat bedrijf via dochter GE Additive 3D-onderdelen.
De Overture moet in 2029 in gebruik worden genomen. Onder andere United Airlines wil met het snelle type gaan vliegen.