DEN HAAG - Het kabinet is teleurgesteld in KLM. Volgens ministers Kaag (Financiën) en Harbers (Verkeer) heeft de luchtvaartmaatschappij de kostenreductie als voorwaarde voor staatssteun niet doorgezet. Vooral piloten en hoger cabinepersoneel verdienen volgens de ministers nog te veel.
In een brief aan de Tweede Kamer onderschrijven de bewindslieden de meest recente constateringen van de staatsagent, die bij KLM namens het kabinet meekijkt. Volgens de ministers zijn er een aantal zaken goed gegaan, zoals de maatregelen om vlieg- en spoorverbindingen met elkaar te combineren, en het voorkomen van belastingontwijking door goedkoop woon-werkverkeer voor in het buitenland woonachtig personeel. Er is echter flinke kritiek op het beloningsbeleid.
Geen vervolg aan goede start
“KLM heeft in 2021 en 2022 een goede start gemaakt met de reductie van de kosten, waarbij de doelstellingen uit het steunpakket zelfs ruimschoots zijn gehaald. KLM heeft deze goede start echter niet doorgezet: de kostenbesparingen uit 2021 en 2022 zijn onvoldoende structureel en schieten over de komende jaren ook tekort”, schrijven de ministers.
Volgens hen is de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage in maart 2022 echter ter zijde geschoven door KLM. “Wij hebben het bestuur en de raad van commissarissen van KLM om verantwoording gevraagd. KLM zegt dat zij het belang van structurele kostenbesparingen inziet en het vergroten van de competitiviteit van KLM als haar prioriteit ziet. Het is echter bijzonder spijtig dat dit zich in de komende jaren niet vertaalt in structurele kostenreducties die voldoen aan de voorwaarden uit het steunpakket.” Daarmee wordt verwezen naar de vierde rapportage van staatsagent Jeroen Kremers, die vindt dat vooral de salarissen voor piloten en hoger cabinepersoneel te hoog ligt. Daar staat tegenover dat overig personeel wél conform de regels wordt gecompenseerd.
“KLM geeft aan dat zij vanwege de arbeidsmarktkrapte en gestegen inflatie de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage heeft moeten stopzetten. Het kabinet begrijpt dat de economische omstandigheden zijn veranderd sinds de totstandkoming van het steunpakket in 2020. Daarom heeft, zoals hierboven ook aangegeven, de staatsagent bij zijn beoordeling van de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage ook rekening gehouden met de arbeidsmarktkrapte en de gestegen inflatie. Het kabinet heeft ook eerder aangegeven dat KLM de ruimte heeft om de beloningen voor de minder betaalde groepen werknemers te verhogen. De arbeidsvoorwaarden voor deze doelgroepen zijn ook verbeterd door KLM. Dat is positief. Tegelijkertijd constateert de staatsagent dat de verhoging voor andere werknemersgroepen niet goed te rechtvaardigen is.”
Van het staatsinfuus af
Het kabinet heeft richting KLM benadrukt dat zij de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage waarin de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen serieus moet nemen en niet terzijde kan schuiven. “KLM stelt daarnaast dat zij op grond van een juridische uitspraak gehouden is om een variabele beloning uit te keren aan het bestuur en topmanagement. De staatsagent is in zijn rapportage kritisch over deze redenatie van KLM. De Nederlandse staat was geen partij bij deze procedure en heeft de rechterlijke uitspraak te respecteren. Daargelaten de juridische implicaties van deze uitspraak voor het bestuur en topmanagement, was het in de optiek van het kabinet lovenswaardig geweest als de onderneming en de ontvangers hadden besloten om deze variabele beloning, gegeven de omvangrijke steun die KLM ontvangen heeft, op dit moment niet uit te keren of te ontvangen zolang de overheidssteun niet volledig is afgerond.”
Op basis van de conclusies van de staatsagent vindt het kabinet het niet goed uitlegbaar meer dat KLM gebruik kan maken van de lening en garantie in het steunpakket. “Het kabinet vindt daarom dat KLM vaart moet maken met het vinden van private financieringsbronnen en het opzeggen van het steunpakket. KLM heeft aangegeven dat zij hieraan werkt en zij naar verwachting in april van dit jaar het steunpakket kan opzeggen.”
Reactie KLM
“De omstandigheden waarin wij opereren, zijn enorm veranderd vergeleken met de zomer van 2020, toen de Nederlandse overheid KLM te hulp schoot tijdens de coronacrisis. Inmiddels hebben we gelukkig weer te maken met een grote vraag naar vliegtickets. Dankzij het ingezette herstel hebben we de leningen al in 2021 volledig terug kunnen betalen. Onze klanten willen weer op reis. Dit wordt, zoals terecht wordt geconstateerd, mogelijk gemaakt door onze mensen op de grond, op kantoor, in de cabine en in de cockpit. We hadden alleen al op de grond vijfhonderd openstaande vacatures. De torenhoge inflatie en krappe arbeidsmarkt betekenen dat we concurrerende arbeidsvoorwaarden moeten bieden om die vacatures te vervullen, om uitstroom te beperken en om operationeel aan de vraag naar reizen te kunnen blijven voldoen. Daarom hebben we een inflatiecorrectie doorgevoerd en de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage stopgezet”, zegt KLM in een reactie.
“Het is onze overtuiging dat we op deze manier een aantrekkelijke werkgever blijven voor onze huidige en nieuwe collega’s. We zien dat dit heeft bijgedragen aan het invullen van vacatures, waarbij we inmiddels honderden nieuwe collega’s hebben aangenomen. Zo kunnen we onze operatie goed blijven uitvoeren. En zo kunnen we Nederlanders de verbindingen met de wereld blijven bieden die zij van KLM verwachten.”
Kosten
KLM deelt naar eigen zeggen de ambitie van de staatsagent om een sterke en concurrerende luchtvaartmaatschappij te zijn. “Dat blijkt ook uit het feit dat we de voorwaarde om 15 procent op de beïnvloedbare kosten te besparen, ruimschoots hebben gehaald in 2020, 2021 en 2022. Dit in de context van hoge inflatie, een krappe arbeidsmarkt, hogere havengelden en air traffic control-kosten en supply chain-problemen. Ook vergeleken met concurrenten heeft KLM het in de eerste drie kwartalen van 2022 goed gedaan, ondanks de problemen op Schiphol. De activiteiten die KLM onderneemt om te verduurzamen, zoals het op gang brengen van de productie van duurzamere vliegtuigbrandstof (SAF), het vernieuwen van de vloot en het doorontwikkelen van het air-railproduct, zijn eveneens in overeenstemming met de gestelde voorwaarden. Zo hebben we een miljardenorder geplaatst voor honderd nieuwe vliegtuigen uit de A320neo-familie en vier A350F-vrachttoestellen besteld. Dit levert een aanzienlijke CO2- en geluidsbesparing op. Ook hier zullen de komende jaren onze focus en inspanningen op zijn gericht.”