Volgens de bewindslieden wijst onderzoek uit dat Nederlandse luchtvaartmaatschappijen geen gebruik maken van zogeheten ‘pay to fly’ constructies, waarbij piloten zelf moeten betalen voor hun vliegbrevet of om aan de benodigde vlieguren te komen.

De Tweede Kamer vroeg via de motie Van Helvert in juli dit jaar om onderzoek naar de vermoede wanpraktijken bij prijsvechters, die via allerlei constructies proberen de personeelskosten zo laag mogelijk te houden.

“We hebben met de vakbonden FNV en VNV gesproken over het mogelijk opzoeken of overschrijden van de randen van de arbeidswetgeving door luchtvaart¬maatschappijen. Onze gesprekken hebben tot op heden geen concrete aanwijzingen opgeleverd dat de arbeidswetgeving daadwerkelijk wordt overtreden. Wel onderzoeken we verder of er sprake is van schijnzelfstandigheid bij Nederlandse piloten en of ten aanzien van het cabinepersoneel arbeidswetgeving wordt overtreden. We zullen optreden als daar concreet bewijs voor is”, schrijven de bewindslieden.

Europese aanpak
Hoewel volgens Dijksma en Asscher niet is aangetoond dat de regels door Nederlandse bedrijven worden overtreden is het wel mogelijk dat maatschappijen die op Nederland vliegen dat doen. “We constateren we dat er hardnekkige geruchten zijn dat enkele luchtvaartmaatschappijen die met name in Oost-Europa en Ierland zijn gevestigd (Wizz Air en Ryanair, red.), en waarvan sommigen ook van en naar Nederland vliegen, de randen van het arbeidsrecht opzoeken of overschrijden door ‘pay to fly’ en schijnconstructies.”

Nederland moet zich volgens de bewindslieden op Europees niveau blijven inspannen om ongewenste situaties boven tafel te krijgen en zonodig afspraken te maken over het tegengaan daarvan door bijvoorbeeld ‘pay to fly’ constructies te verbieden. In Belgie is al een zaak gestart tegen Ryanair en detacheringsbureau Crewlink.

“We willen een eerlijk en fatsoenlijk speelveld in de luchtvaartsector. Concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen moet plaatsvinden op basis van de kwaliteit van de geleverde dienst, niet op basis van concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Daarover blijven we in gesprek met luchtvaartmaatschappijen en we zullen misstanden aanpakken wanneer die zich voordoen.”